SAL7393, Akte: V°232.3-R°233.1 (400 van 692)
Akte V°232.3-R°233.1
Act
Datum: 1500-01-23
Transcriptie
2019-10-23 door helga peetersWant henr(ick) van raveschote als p(ro)cur(eur) jouffr(ouwe) joha(n)nen/
zedelers wed(uw)[e] rombouts wijlen sanders geleyt
//
zijnde nae des(er) stadt recht voir zijn wettich gebreck/ uut crachte van scep(enen) br(ieven) van loeven(e) tot allen/ den goeden beyde have en(de) erve he(re)n jans wijle(n)/ hee(re) van rotselair soe wair die inder stadt/ van loeven(e) oft bynnen der vrijheyt der selver/ gelegen zijn hem met sande(re)n vand(en) velde vorste(r)/ alle de selve goede behoirlijc heeft doen leve(re)n/ ende besund(er)t de haeffel(ijcke) goede wesen(de) ten huysen/ paulwelss messue(n)s ende den selven pauwele(n)/
augustijne opden berch ende joh(ann)ese coels als rintm(eeste)r/
dach van rechte te comp(ar)e(re)n alh(ier) inde banc voir/
meye(r) en(de) scepen(en) van loeven(e) doen bescheyden/
oft zij hen d(air)tegen hadden willen oppone(re)n/
Ald(air) zij op heden als ten dage van rechte d(air)toe/
dienen(de) niet gecomp(ar)eert en zijn noch procur(eur)/
van hue(re)n wegen den voirs(creven) geleydden/
comp(ar)e(re)nde en(de) trecht voirts v(er)sueken(de) soe v(er)re/
dat de scepen(en) van loeven(e) t(er) maniss(en) smeyers/
nae dat hen behoirlijc gebleken heeft bij clerniss(en)/
des voirs(creven) vorst(er)s tvoirs(creven) exploit gesciet te zijne/
gewesen hebben met vo(n)nisse wair de wed(er)p(ar)tie/
vand(en) voirs(creven) geleidden niet en comp(ar)eert voe(r)/
den opstaen(e) smeyers en(de) der scepen(en) datmen den/
selven geleidden vand(en) voirs(creven) goeden houden/
soude inde macht van sijne(n) beleide scepen(en) br(ieven)/
en(de) leveri(n)gen alsoe v(er)re alst noch voir scepen(en)/
comen is in scampno januarii xxiii
//
zijnde nae des(er) stadt recht voir zijn wettich gebreck/ uut crachte van scep(enen) br(ieven) van loeven(e) tot allen/ den goeden beyde have en(de) erve he(re)n jans wijle(n)/ hee(re) van rotselair soe wair die inder stadt/ van loeven(e) oft bynnen der vrijheyt der selver/ gelegen zijn hem met sande(re)n vand(en) velde vorste(r)/ alle de selve goede behoirlijc heeft doen leve(re)n/ ende besund(er)t de haeffel(ijcke) goede wesen(de) ten huysen/ paulwels
Nagekeken door: Jos Jonckheer
Moderator: Jos Jonckheer
Laatste update:: 2017-06-07 door Xavier Delacourt