SAL7393, Akte: V°95.2-R°96.1 (172 van 692)
Akte V°95.2-R°96.1
Act
Datum: 1499-10-02
Transcriptie
2019-02-15 door helga peetersItem lijsbeth sbruyne(n) dochter wijle(n) diericx in p(rese)ntia/
heeft gehuert en(de) bekint gehuert te hebben(e) tegen
//
lijsbetthe(n) van sintruyden de nyeuwe stove aende/ quade brugge metten toebehoirten met oick alsulk(en)/ haeffelijcke goed(en) als d(air) bijd(en) gesworen(en) scatters/ van des(er) stadt gescat zijn tott(er) so(m)men van lxxvii/ r(ins) g(ulden) te xx stuv(er)s tstuck iii pl(a)c(ken) p(er) st(uver) te houden/ te hebben te besitten ende te gebruycken van in/ sat(er)daige lestleden den t(er)mijn van drie jae(re)n deen/ nae dand(er) v(er)volgen(de) alle weken van dan voirtane/ om ende voe(r) eene(n) r(ins) g(ulden) te xx st(uvers) te betalen(e)/ alle sat(er)daige quol(ibe)t ass(ecu)[tu(m)] Item es vorw(er)de dat/ de voirs(creven) lijsbeth sbruynen de haeffel(ijcke) goede/ ald(air) wesen(de) gescat zijnde gelijck voe(r) op lxxvii/ r(ins) g(ulden) niet en sal moegen v(er)ande(re)n noch ver/ mangelen in gheend(er) manie(re)n mair die ten / ynde vand(en) voirs(creven) drie jae(re)n ald(air) sculdich zijn/ in wesen(e) te laten(e) alsoe goet ten prijse vand(er)/ stadt scatters gelijc zij nu zijn Ende oft zij/ dan bet(er) oft arg(er) wae(re)n dat sulle(n) de voirs(creven) / p(ar)tien malcande(re)n sculdich zijn op te richten en(de)/ goet te doene ende alle dese vorw(er)den cor(am)/ lyefkenrode borch octobr(is) s(e)c(un)da
//
lijsbetthe(n) van sintruyden de nyeuwe stove aende/ quade brugge metten toebehoirten met oick alsulk(en)/ haeffelijcke goed(en) als d(air) bijd(en) gesworen(en) scatters/ van des(er) stadt gescat zijn tott(er) so(m)men van lxxvii/ r(ins) g(ulden) te xx stuv(er)s tstuck iii pl(a)c(ken) p(er) st(uver) te houden/ te hebben te besitten ende te gebruycken van in/ sat(er)daige lestleden den t(er)mijn van drie jae(re)n deen/ nae dand(er) v(er)volgen(de) alle weken van dan voirtane/ om ende voe(r) eene(n) r(ins) g(ulden) te xx st(uvers) te betalen(e)/ alle sat(er)daige quol(ibe)t ass(ecu)[tu(m)] Item es vorw(er)de dat/ de voirs(creven) lijsbeth sbruynen de haeffel(ijcke) goede/ ald(air) wesen(de) gescat zijnde gelijck voe(r) op lxxvii/ r(ins) g(ulden) niet en sal moegen v(er)ande(re)n noch ver/ mangelen in gheend(er) manie(re)n mair die ten / ynde vand(en) voirs(creven) drie jae(re)n ald(air) sculdich zijn/ in wesen(e) te laten(e) alsoe goet ten prijse vand(er)/ stadt scatters gelijc zij nu zijn Ende oft zij/ dan bet(er) oft arg(er) wae(re)n dat sulle(n) de voirs(creven) / p(ar)tien malcande(re)n sculdich zijn op te richten en(de)/ goet te doene ende alle dese vorw(er)den cor(am)/ lyefkenrode borch octobr(is) s(e)c(un)da
Nagekeken door: Jos Jonckheer
Moderator: Jos Jonckheer
Laatste update:: 2017-06-06 door Xavier Delacourt