SAL7394, Akte: R°48.2-R°49.1 (75 van 477)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°48.2-R°49.1  
Act
Datum: 1500-08-26

Transcriptie

2022-01-31 door Karel Embrechts
Vander questien gecomen bijden raide vand(er) stadt/
tusschen janne vrancx t(er) eenre ende lod(ewijcke) de/
voeght als p(ro)cur(eur) jacops van brecht t(er) andere/
ald(aer) de voirs(creven) jan vrancx seke(re)n eysch gedaen heeft/
opden voirs(creven) jacoppe als aenverde(r) vand(er) haven en(de)/
goeden gebleven nae de doot van jouffr(ouwen) g(er)trud(en)/
wijlen wittema(n)s huysvr(ouwe) claes wijle(n) de kersmak(ere)/
Seggen(de) de selve aenlegge(r) hoe dat de voirs(creven)/
claes t(er) causen van sijnen dienste als cnape te/
hemw(er)ts gehouden was inden yersten van eend(er)/
geheeld(er) jair hue(re)n loepen(de) vijf schilde te xiiii st(uvers)/
den scilt ende van vijf ellen wullens lakens/
elc elle te thien stuv(er)s maken(de) tsamen vi r(ins)g(ulden)/
Item noch vi r(ins)gulden(en) van dat hij den voirs(creven)/
gehuysschen diende inder orlogen voe(r) amyens/
bij tijd(en) h(er)togen karels van drie maenden d(aer)af/
hij want voe(r) sijn soudije vi r(ins)gul(den) de maent/
d(aer)op hij bekinde vi r(ins)gul(den) gehaven te hebben/
als voir een maent ende noch van h(er)togen/
karlen voirs(creven) v franck(en) te xvi stuv(er)s de fra(n)ke/
en(de) alsoe hem noch tachter wa(r)en vanden/
voirs(creven) drie maenden acht r(ins)gul(den) Seyde/
voirts de voirs(creven) aenleggen(de) dat claes en(de)/
zijn huysvr(ouwe) hem geloeft hadden eer hij inde/
orloge reysen woude dat zij hem van nyeuws/
cleeden soud(e) van tabbarde wa(m)beyse schoenen/
/ ende and(er)ssins gedragen(de) tsamen sijnen eysch/
in dien v(½) r(ins)gul(den) ende noch vier r(ins)gulden(en)/
xvi st(uvers) van dat hij geva(n)gen zijnde inder selver/
reysen bet(aelt) hadde den bode die tgelt van/
sijne(n) ranssoene sittende te parijs ald(aer) bracht/
met xii stuv(er)s inde voirs(creven) so(m)me begrepen/
die hem de selve bode leende als hij tuyswert/
quam Conclude(re)nde alsoe de selve aenlegge(re)n/
dat de voirs(creven) verweerde(r) t(er) caus(en) vanden/
aenverden(e) vand(er) haven voirs(creven) hem schuld(ich)/
soude zij(n) de voirs(creven) gebreken te betalen(e)/
p(rese)nte(re)nde thoen te weten(e) dat hij den voirs(creven)/
claese gedient hadde en(de) inder voirs(creven) reysen/
voir hem track en(de) ald(aer) geva(n)gen werdt ende/
hoe dat hij om des(er) saken wille den voirs(creven)/
claese dicwijle soe voe(r) meye(re) en(de) scepen(en)/
soe oick bijder stadt in rechte betogen hadde/
hoe wel hij tot gheenen ynde alnoch en hadde/
co(n)nen geraken D(aer) tegen de voirs(creven) p(ro)cur(eur) hem/
oppone(re)nde heeft gesustineert vand(er) voirs(creven)/
eyssche ongehouden te zijne seggen(de) dat nae/
dood(er)handt was en(de) ov(er)lanck geleden en(de) te/
p(re)sume(re)n nad(er) gelegenth(eit) vanden p(er)soen(en)/
van claese ende zijnd(er) huysvr(ouwe) beyde innegeseten(en)/
en(de) genoech gegoedt wesen(de) dat hij aenlegge(r)/
aldus lange niet en soude hebben gebeyt/
mair zijn stucken moegen vervolgen in/
tijd(en) vand(en) leven(e) der selv(er) Gemerct dat de/
voirs(creven) reyse van amyens soe lange leden/
was ende niet als voe(r) te p(re)sume(re)n dat/
de voirs(creven) gehuysschen soe v(er)re zij in hem/
gehouden hadden geweest tselve alsoe/
souden hebbe(n) laten staen ongeloent in tgene/
d(aer)inne zij te hemw(er)ts souden gehouden moge(n)/
wesen conclude(re)nde alsoe mits lanch(eit) vand(en)/
/ tijde t(er) (contra)rien Vanden welcken de voirs(creven)/
weth(ouderen) de voirs(creven) mater(ie) verstaen hebben(de)/
gewesen hebben den aenlegge(r) tot sijne(n) thoene/
ende nae dien de selve tot eene(n) seke(re)n/
gelegen(en) daige sijne(n) thoen geleydt heeft/
genoech eensdeels volcomen(de) zijns v(er)mets/
behalven vand(er) geluften vand(en) toeseggen(e)/
vand(en) v(½) r(ins)gul(den) voirs(creven) en(de) oic vand(er) vier/
rinsg(ulden) xvi st(uvers) Hebben de selve weth(ouderen)/
voe(r) recht en(de) uut(er)lijk(er) t(er)mi(n)atien en(de) uutsprak(en)/
get(er)mineert en(de) uutgesproken op al int/
lange gelet hebben(de) dat janne vrancx/
soe v(er)re dat aengaet den twee yerste/
pointen lopen(de) tsamen xiiii r(ins)gulden(en) bij he(m)/
als voe(r) geeyscht soe v(er)re hij d(aer)af sijnen/
eedt doet datme(n) hem die deughdelijc/
sculdich es en(de) tachter dat in dien gevalle/
de verweerde(r) hem sculdich sal zijn die/
te (con)tente(re)ne en(de) te betalen(e) ende vanden/
ande(re)n twee pointen dat de ae(n)legge(r) d(aer)af/
zijns v(er)meets niet genoech volcomen en/
es Act(um) in (con)s(ili)[o] op(idi) p(rese)ntib[(us)] schoonvorst ijssche/
burg(imagist)[tr(is)] tymple bouch(out) baets scab(inis) et plu(r)ib[(us)]/
aliis de (con)s(ili)[o] augusti xxvi
Nagekeken doorkristiaan magnus
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2017-05-16 door Jos Jonckheer