Item laureys van valkenborch der stadt bode te/ voete heeft gecleert bij eede dat hij ten v(er)sueke/ lod(ewijcx) de voeght int lant van loon tot zeelhem/ aenden p(er)soen jans van zallaken dair hij wracht/ geweest heeft om hem te cu(n)digen ten v(er)sueke/ desselfs lod(ewijcx) dat hij quame wercken aenden borre(n)/ putte inde groefstrate die hij v(er)dingt hadde te/ maken oft men soud(e) doen maken bij ande(re)n tot/ sijnd(er) last ende dat de selve sallaken hem d(air) op/ antw(er)den dat hij eene(n) knape sijnden soude/ van dien dage te weten(e) van ghiste(re)n s(in)[t] jansdage/ over acht dagen en(de) hij soude selve come(n) bynne(n)/ acht daigen d(air)nae die sijn en(de) come(n) soude van/ s(in)[t] jansd(age) ov(er) xiiii nachte(n) d(air) nae En(de) dat dede hij/ bidden datmen dair mede te vreden zijn woude/ want hij d(air) gehouden was soe hij seyde om soe/ lange d(air) te metse(n) aen seke(r) werck dat hij d(air)/ verdingt en(de) aengenomen hadde en(de) dit/ v(er)dingen en(de) werck heeft lod(ewijck) voirs(creven) ged(aen)/ aen hem inde(n) name van sijne(n) gebue(re)n/ alsoe hij seet cor(am) buets(ele) burg(imagistr)[o] junii xxv[a]