SAL7394, Akte: V°26.2-R°27.1 (46 van 477)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°26.2-R°27.1  
Act
Datum: 1500-07-28

Transcriptie

2021-09-23 door Karel Embrechts
Item claes van meldert heeft geloeft janne/
vanden dale navolgende der geluften bij den/
selven claese ende zijne(n) medeplegers den/
voirs(creven) janne gedaen voe(r) scepen(en) van loeven(e)/
opten vi[te(n)] dach ap(ri)lis lestleden vand(er) so(m)men van/
hondert en(de) xxxi rinsg(ulden) die geloeft wae(re)n te bet(alen)/
te weten de hondert r(ins)g(ulden) d(aer)af te bamesse ende/
dande(r) xxxi r(ins)guld(en) te paesschen d(aer) nae Dat/
hij van wegen desselfs jans vand(en) dale betalen/
en(de) afdoen sal aen janne roelofs de so(m)me van/
hondert r(ins)gul(den) eens te weten(e) half te bamesse/
naistc(omende) en(de) half te paessche(n) d(aer) nae volgende/
in mi(n)dernissen van alsulken hondert en(de) nege(n)tich/
r(ins)g(ulden) eens als de voirs(creven) jan vanden dale/
geloeft heeft te bet(alen) den voirs(creven) janne roelofs/
ten t(er)mijne(n) voirs(creven) opte(n) ix[te(n)] dach van octobri lestled(en)/
ende dat hij de selve hondert r(ins)gul(den) voirs(creven) den/
selve(n) janne roelofs soe in tijts bet(alen) sal ten t(er)mijne(n)/
voirs(creven) als dat de voirs(creven) jan vanden dale noch/
zijn borgen oft hue(r) goede d(aer) voe(r) niet bescadicht/
en worden ende oft uut saken van dien e(n)nige/
scade gedaen wordde dat de selve claes die/
sculdich sal zijn te dragen en(de) te betalen Ende ter/
ander zijden heeft geconse(n)teert de voirs(creven) jan/
vanden dale dat de voirs(creven) claes en(de) zijn borge(n)/
vand(en) ande(re)n xxxi r(ins)gulden(en) inde voirs(creven) gelufte/
vand(er) daet vi april(is) begrepen mits betalende/
en(de) voldoende de voirs(creven) hondert r(ins)gulden(en) den/
t(er)mijne(n) voirs(creven) ongehouden ende ombelast sullen/
bliven Behoud(elijc) dat die selve gelufte in/
vigue(r) bliven sal totter tijt toe de voirs(creven) hond(er)t/
rinsgulden(en) en(de) alle costen die bij gebreke van/
/ betalingen van dien d(aer)uuyt rijsen mochten/
betaelt sullen sijn Te dier meyni(n)gen oft de/
voirs(creven) claes gebreckelijc wae(r) de voirs(creven) hondert/
rinsg(ulden) te bet(alen) ten t(er)mijne(n) voirs(creven) dat jan va(n)d(en)/
dale in dien gevalle de selve hondert r(ins)g(ulden)/
en(de) alle coste(n) d(aer)om te doene soude moegen v(er)hale(n)/
oft hem geliefde alsoe wel opde ande(r) v(er)oblig(er)de/
p(er)sonen inder selver geluften begrepen en(de) hue(r)/
goede als opden voirs(creven) claese en(de) zijn goede/
sonder argelist Behoudelijc dat de voirs(creven) jan/
vand(en) dale en(de) de voirs(creven) claes van meldert/
en(de) de wed(uw)[e] anth(onis) wijlen thoenis opde ande(r)/
mede veroblig(er)de p(er)sonen ind(en) scep(enen) br(ieven) begrepen/
sullen connen verreycken dat zij onder hen/
drien dat tsamen trecken sullen te weten(e)/
elc van hen deen derdel d(aer) aff Ende oft/
m(ijn) hee(re) van chanteraine namaels gecondemp(neert)/
wordde dese sculden te betalen dat in dien/
gevalle elc van hen trecken soude van m(ijn) hee(re)/
van chanteraine alsoe vele als hij uutgeleedt/
hadde sonder argelist cor(am) bouch(out) baets julii/
xxviii
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2017-05-12 door Jos Jonckheer