Item den dach van rechte op heden dienen(de) tusschen/ jonche(re)n rase van baillet t(er) eend(er) als geleyt totten/ / goeden jonch(e)r ph(ilip)s wijlen baillet t(er) eende(r) arnde/ vand(er) balct h(er)man van berle reyne(re) loenijs henr(icke)/ aushems als gemechticht van janne de cremere/ van diest symon p(ro)keeels als gemechticht jans de becke(re)/ die eensdeels de voirsc(reven) goede hadd(en) doen co(m)meren/ bynne(n) den leven(en) jonch(e)r ph(ilip)s voirs(creven) hebben wille(m)/ van leefdale als p(ro)cur(eur) jonch(e)r raes voirs(creven) en(de) dande(r)/ p(er)sonen voirs(creven) dien uutgestelt op hope van peyse/ tot van heden in xv dagen naistc(omende) om dien alsd(an)/ te dienen(e) op dat zijs niet en v(er)accorde(re)n gelijc dien/ op heden gedient soude hebben cor(am) hoeven bouchout/ aprilis xxii