Item heer en(de) m(eeste)r machiel herebaudt doctoor / in beijde(n) rechte(n) en(de) m(eeste)r jan de pruiser tot / des naebeschreve(n) staet te doen(e) bij heeren / en(de) m(eeste)r(e)n jan(nen) bosijnier raedt ons heere(n) sconinx / tot naeme(n) en(de) jouff(rouw)[e] margriete de bucquenij / gehuijssche(n) opde(n) xxi[e(n)] octobr(is) a(nn)o xv[c] lxxiii voer / niclaes(en) haegendonius al(ia)s spinet openbaer / notaris en(de) seker getuijge(n) speciaelijck ende / onwederoepel(ijck) geco(n)stitueert zijn(de) in p(re)sentie / hebben uuijt crachte vander zelver hunder co(m)missie(n) / opgedraege(n) met behoirl(ijcke) v(er)thijdenisse een groot / huijs metten cleijnen huijse d(aer)aen gelege(n) hove borre(n) / putte backhuijse en(de) houthuijse gestae(n) te loeve(n) / inde holstraete tussche(n) de goede(n) niclaes / van dormaele ter eenre en(de) de goede(n) peeters / van colen ter andere zijden comen(de) achter uuijt / inde muntstrate Exp(ositis) soe is d(aer)inne gegoet / en(de) geerft ten erffelijcken rechte heer en(de) m(eeste)r / steve(n) van craesbeke doctoor in beijd(en) rechte(n) / woonen(de) te loeven p(er) mo(nitionem) Et sat(is) de voers(creven) / opdrageren uuijt crachte van hunder voers(creven) / co(m)missien et war(as) op twee gouden rijders tsjaers / aende aerme standonisten en(de) dat de v(oer)s(creven) opgedrage(n)
//
goede(n) zijn mede oft onderpandt voer twee gel(ijcke) / gouden rijders erffel(ijck) dewelcke de voers(creven) niclaes / van dormaele uuijt zijn(en) huijse en(de) goeden jaerl(ijcx) / draeghen moet op drij rinsg(ulden) erffel(ijck) etc(etera) ae(nden) / zelffve(n) standonisten op xii rinsg(ulden) viii st(uvers) i bl(an)c / erffelijck aen m(eeste)r(e)n adolven de brieder op / zesse rinsg(ulden) vi st(uvers) erffel(ijck) aen tgoidtshuijs / van sinte barbelen dale d(aer)aff de voers(creven) / opgedraege(n) goede(n) thuijs nicolaes va(n) dormale / d(aer)voer oijck v(er)bonden wesen(de) moete(n) inde(m)pnere(n) / op i(½) cap(uijnen) ende een(en) oude(n) gro(ten) aen tgoidtshuijs / vande(n) wittevrouwen op x cap(uijnen) en(de) x oude groo(ten) / aen tgoidtshuijs van gempe op x st(uvers) erffel(ijck) / zoo aen(den) kercke heijlige(n)geest oft huijsaerme(n) / van sinte machiels op gel(ijcke) x st(uvers) erffelijck / aen sinte quintens binne(n) loeve(n) op xv r(ins)g(ulden) / erffel(ijck) aen sinte peeters kindere(n) binne(n) / loeven en(de) op alle alsulcke servituijte(n) d(aer)mede / de voers(creven) opgedrage(n) goede(n) eenichss(in)ts belast / mogen zijn tanqua(m) p(ro)ut coram duffle malcote / novembris ix[a] a(nn)o xv[c] lxxiii[tich]