Item in tegenwoerdicheijt des meijers en(de) scepenen / van loeven naebeschreve(n) gestaen ja(n) hullegaerts / woonen(de) binnen deser stadt uuijt crachte va(n) / procuratie speciael hem gegeve(n) bij anthonis / goetschalcx opden xxix[e(n)] dach der maent van / octobris lestleden en(de) gepasseert voer joha(n)nes
//
van kijsekem ende sekere getuijge(n) et insera[t(u)r] p(ro)ut / in cedulis Heeft uuijt crachte der selver opgedrae / ghen met behoijrl(ijcke) v(er)thijdenissen een plecke beempts / soo tselve ombegrepen der mathe(n) geleges es onder / capellen tusschen de goeden des heeren monseau / ter eenre de goeden van daut gasthuijs der stadt / van thienen ter ii[re] de goeden willems huijge(n)s / en(de) geert van loo ter iii[er] Exp(osito) imp(ositus) oft m(eeste)r peeter / clissens zone wijlen jans woonen(de) te thienen p(er) mo(nitionem) / Et sat(is) uuijt crachte der voers(chreven) zijnder procuratie(n) / et war(ans) op sheeren chijs van(den) gronde tanquam p(ro)ut / iure ende om den voers(chreven) m(eeste)r peeter clissens / te bat te v(er)sekeren van(den) voers(chreven) gelufte van genoech / doen(e) waerschap heeft de voers(chreven) hullegaerts uuijt / crachte der voers(chreven) zijn(en) procuratie in titule va(n) / wettigen onderpande consente en(de) overstaen(e) des / voers(chreven) meijers verbonden en(de) verobligeert een huijs / en(de) hoff gestaen tot puppensvoirt tussche(n) de / goeden des voers(chreven) anthunis goidschalcx ter eenre / sheeren straete aldaer ten twee zijden en(de) de goeden / henricx molemans ter vierder De quoquidem / sub pignore sat(is) uuijt crachte der voers(chreven) zijne / procuratie et war(ans) op sheeren chijs vande / gronde tanquam prout coram eisdem