Item katlijn(e) otte(n) zoe voer haer zelve(n) als oijck / mede voer haere kindere(n) daer voe(r) zij haer in des(en) / sterck maeckte marcelis otte(n) zone wijle(n) cornelis / en(de) peeter anssom mathijs gurtluijte(r) anthoenis / sweens zoe ind(en) naem(e) van zij zelve(n) als oijck mede / momboer met claes(se) wueste(n)borch als momboers van(den) / o(n)bejaerde kindere(n) henricx mertens zoen(en) marie(n)s otte(n) / dierick wouters zone van dum? zone wijle(n) emegaerts / otte(n) alle woonen(de) te hilwaerbeke oft daer o(m)trent / in p(rese)ntia hebbe(n) bekint en(de) gelede(n) bekinne(n) en(de) lijde(n) / mits des(en) bove(n) tgene dat hun bij wijle(n) jouff(rouw)e digne / van(den) wijngaerde bij heure(n) testame(n)te oft codicille / gemaeckt was ontfang(en) te hebbe(ne) om goidts wille / en(de) in puere(n) aelmoess(en) van m(eeste)r henricke(n) ghijssens / en(de) dat met voergaen(de) consente van zijne mede / coexecuteure(n) de so(m)me van vier hond(er)t carolusguld(en) / te xx st(uijvers) tstuck eens en(de) dat in mindernisse van / alsulcke so(m)me als hun met hu(n)ne mede erffgen(aemen) / uuijt crachte van(den) zelve(n) (con)sente bevond(en) zal worde(n) / te (com)pere(n) als de(n) erffgen(aemen) jouff(rouw)e digne wijle(n) van(den) / wijngaerde bijd(en) voers(creven) executeurs uuijt zunde(r)linge(n) / gratie(n) en(de) tot behoeff hund(er) begheerte(n) bij eenige / gedeputeerde des(er) eer(waerdigen) univ(er)siteijt van loeven(en) / zijn toegevuecht geweest hun te gheven(e) in dije(n) / de(n) voers(creven) executeurs gelieft om hun daer mede / van graen(en) wulle(n) en(de) lijne(n) laecke(nen) te versiene / geloeven(de) de zelve (com)paran(ten) de zelve vier hond(er)t / carolusg(ulden) met hu(n)ne mede erffgen(aemen) tot hilware(n)beke / oft daero(m)trent woonen(de) te parte(n) en(de) deijle(n) gel(ijck) / zij van(den) goed(en) en(de) penn(ingen) hun mette(n) testamen(te) ende / codicille jouff(rouw)e digne wijle(n) van(den) wijngaerde / gemaeckt gedae(n) hebbe(n) gehadt geloven(de) d(aer)e(n)bove(n) / de(n) voers(creven) executeurs voer de voers(creven) so(m)me van / vierhond(er)t carolusg(ulden) met oijck vier de penn(ingen) / bij he(n) ten ontbieden(e) vande(n) zelve(n) executeurs
//
tontfange(ne) te stellen(e) voer scepen(en) loeven(en) goede vaste / borchtocht dat de voers(creven) executeurs daer voe(r) nijet / en sulle(n) bij ijemand(en) gepraemt worde(n) ende in cas / zij daer voere gepraemt wordde(n) en(de) vercleert worde(n) / dat zij de zelve zoude(n) moete(n) goet doe(n) als o(n)behoerl(ijck) / gedistribueert dat zij co(m)paran(ten) de zelve penn(ingen) bij hun / van(den) voers(creven) executeurs ontfange(nde) en(de) alnoch te o(n)tfang(en) / zulle(n) restituere(n) tanq(uam) ass(ecu)t(u)[m] ende hier voe(r) is schuldich / gebleve(n) als principael schuldene(re) m(eester) gregoris otte(n) / woonen(de) binne(n) des(er) stadt en(de) in dese(n) obligere(nde) ende / submittere(nde) en(de) oijck mede renu(n)tieren(de) in forma ende / hieraff hebbe(n) de voers(creven) bekindere(n) indivis(im) geloeft en(de) / geloeve(n) bij des(en) de(n) voers(creven) m(eeste)r gregorise(n) hu(n)ne(n) borge / costeloos en(de) schadeloos tontheffe(ne) obligan(do) et / submitte(ndo) cor(am) duffle winghe julii xiii[a]