SAL7467, Akte: V°179.2-R°180.1 (236 van 581)
Akte V°179.2-R°180.1
Act
Datum: 1573-11-20
Transcriptie
2021-01-21 door Anton SchuttelaarsItem geertruijt van rillar dochter wijle(n) wille(m)s
//
met co(n)sente wille wete en(de) overstaen(e) glaude / lips zone wijle(n) lenaerts haers mans woonen(de) te / loeven heeft opgedragen met behoirl(ijcke) v(er)thijdenisse / een schuere gel(ijck) deselve gestaen es binnen deser / stadt opde halffstrate over de quaeije brugge / tusschen de goede(n) des goidtshuijs van(den) halffst / raete ter eenre ende de goede(n) des heijlichs / geest van s(in)te geertruijen binne(n) des(elve)[r] stadt / en(de) de goeden des voers(creven) glaudes lips ter andere / zijde(n) exp(osito) zoo es d(aer)inne gegoet en(de) geerft / ten erffel(ijcken) rechte henr(ick) van vroenhove(n) tot be / hoeff van he(m) zelven en(de) van geertruijt waerseggers / zijn huijsvrouwe woonen(de) te loeven p(er) mo(nitionem) Et / sat(is) indivisim et war(as) op acht stuijvers en(de) / een blancke aen jouff(rouw)e barbara boxhoren / wed(uw)e [vacat] anderlechts tanqua(m) p(ro)ut ende / om den voers(creven) henricke(n) van vroenhove(n) en(de) zijne / huijsvrauwe te bat te v(er)sekere(n) van(den) voers(creven) / gelufte(n) van genoech doen(e) en(de) ende wara(n)tschappe / zoo heeft de voers(creven) geertruijdt va(n) rillaer / met consente als voer in titele va(n) wettigen / onderpande de licen(tia) d(omi)ni fundi v(er)bonden ende / verobligeert tvierde paert ende deel haer / competerende in en(de) aen een huijs gestae(nde) ae(nden) / voers(creven) opgedrage(n) schure regenoote deselffve/ schuere ter eenre en(de) de goede(n) van(den) voers(creven) / goidtshuijse en(de) heijlichsgeest ter andere zijden / de quoquidem subpignore satis et war(ans) op tvierde / deel van acht stuijvers en(de) ee(n) blancke ae(n) tgoidshuis / van s(in)te geertruije(n) binne(n) loeven tanqua(m) p(ro)ut / coram winge novembris xx[a]
//
met co(n)sente wille wete en(de) overstaen(e) glaude / lips zone wijle(n) lenaerts haers mans woonen(de) te / loeven heeft opgedragen met behoirl(ijcke) v(er)thijdenisse / een schuere gel(ijck) deselve gestaen es binnen deser / stadt opde halffstrate over de quaeije brugge / tusschen de goede(n) des goidtshuijs van(den) halffst / raete ter eenre ende de goede(n) des heijlichs / geest van s(in)te geertruijen binne(n) des(elve)[r] stadt / en(de) de goeden des voers(creven) glaudes lips ter andere / zijde(n) exp(osito) zoo es d(aer)inne gegoet en(de) geerft / ten erffel(ijcken) rechte henr(ick) van vroenhove(n) tot be / hoeff van he(m) zelven en(de) van geertruijt waerseggers / zijn huijsvrouwe woonen(de) te loeven p(er) mo(nitionem) Et / sat(is) indivisim et war(as) op acht stuijvers en(de) / een blancke aen jouff(rouw)e barbara boxhoren / wed(uw)e [vacat] anderlechts tanqua(m) p(ro)ut ende / om den voers(creven) henricke(n) van vroenhove(n) en(de) zijne / huijsvrauwe te bat te v(er)sekere(n) van(den) voers(creven) / gelufte(n) van genoech doen(e) en(de) ende wara(n)tschappe / zoo heeft de voers(creven) geertruijdt va(n) rillaer / met consente als voer in titele va(n) wettigen / onderpande de licen(tia) d(omi)ni fundi v(er)bonden ende / verobligeert tvierde paert ende deel haer / competerende in en(de) aen een huijs gestae(nde) ae(nden) / voers(creven) opgedrage(n) schure regenoote deselffve/ schuere ter eenre en(de) de goede(n) van(den) voers(creven) / goidtshuijse en(de) heijlichsgeest ter andere zijden / de quoquidem subpignore satis et war(ans) op tvierde / deel van acht stuijvers en(de) ee(n) blancke ae(n) tgoidshuis / van s(in)te geertruije(n) binne(n) loeven tanqua(m) p(ro)ut / coram winge novembris xx[a]
Nagekeken door: Inge Moris , Agata Dierick
Moderator: Mi-Je Van Gils
Laatste update:: 2013-08-08 door Inge Moris