Item in tegenwoirdicheijt der schepenen/ van loven(e) gestaen heer ende m(eeste)r/ dionijs van beringen, licentiaet in/ beijde rechten, ende als vaderlijck/ momboir van robeert van beringen/ zijnen zone geprocreert van wijlen jo(ffrouw)[e]/ magdalena calabers zijne huijssvrouwe,/ heeft gecedeert ende getransporteert,/ cedeert ende transporteert bij desen,/ ierst aen jannen calabers eene/ rente van twee rinsguld(ens) erffel(ijck)/ ende aen ph(i)l(ip)s calabers, broeder des/ voirs(chreven) jans eene rente van drije/ rinsguld(ens) x stuijvers erffel(ijck), welcke/ twee respective renten de voirs(chreven) jan/ ende ph(i)l(ip)s calabers voer g. impens/ notaris ende zeckere getuijgen, den/ voirgenoemden m(eeste)r denijs van beringen/ hadden bekendt op den xv[en] maij 1604/ lestleden, te quijte(re)n den penn(inc) xvi[e]/ blijckende bij den bescheede daeraff/ zijnde,ende dat bij maniere van/ quijtinge, als in voldoeninge van het/ houwel(ijckx) goet d'welck de voirs(chrev)e
//
m(eeste)r denijs van beringen in der/ qualiteijt als voer schuldich was den/ voirs(chreven) ph(i)l(ip)s calabers, volgende het/ testament van wijlen robeert calabers/ ende magdalena sclercx wijlen hunnen/ vader ende moedere ende waer/ mede de voirs(chrev)e ph(i)l(ip)s hem heeft te/ vreden gehouden, ende den voirs(chreven) m(eeste)r/ denijs van beringen gequiteert./ Ende es te weten dat de capitale/ penningen van de voirs(chrev)e twee rinsg(uldens)/ erffelijck zijn overgetelt geweest den/ voirs(chreven) ph(i)l(ip)s calabers, coram liebrechts/ rivieren septembris ultima 1604