It(em) robeert van b(er)them in jegenwordicheyt der scepen(en) van loeven gestaen/ heeft bekendt openbaerlike(n) dat jan de clerc van clerc durne/ hem genoech gedaen heeft vande(n) [derdendeel van] achtien pe(n)ninghen en(de) vande(n) der/ dendeel van enen capuyn out tsijs diemen vonden heeft dat/ tgodshuys vande(n) p(er)ricke heeft op thuys en(de) thof des voirs(creven) robeerts/ gelege(n) opte(n) bollenborne tussche(n) de goede des vors(creven) robeerts en(de) de/ goede jans van haeght meer en(de) bove(n) de(n) tsijs daer [op] de vors(creven)/ jan de clerc de(n) voirs(creven) robeerte tw de voirs(creven) goede heeft geloeft/ te warande(re)n van welke(n) tsise voirscr(even) de voirs(creven) robeert den/ voirs(creven) janne volcomelic quijtscheschoude(n) heeft cor(am) ponte vyncke/ julii septi(m)a