Cond sij allen lieden dat roelof criecsteen knaep der stat van loeven/ es comen in jegenwordicheyt d(er) scepen(en) van loeven en(de) heeft bekendt en(de)/ verlijdt dat gerart van baussele clerc d(er) stat van loeven hem volcomelic/ en(de) al genoech gedaen heeft en(de) wel betaelt van allen solar(is) va(n) wijne/ en(de) allen ouden groten die de voirs(creven) gerart inden name van roelof vors(creven)/ en(de) tot sinen behoef van sijns diensts wegen gehaven en(de) ontfange(n) heeft/ van buten scepene(n) late of segghers die vonnissen gehaelt hebbe(n)/ aende scepen(en) van loeven ha(r)en hoede tot s(int) jans dage bap(tis)[ten] toe/ lest leden en(de) heeft den voirs(creven) gerarde en(de) alle de ghene die des/ quitancie behoeven vande(n) voirs(creven) solar(is) van wijne en(de) ouden groten/ voirs(creven) volcomelic gequiteert en(de) quijtgescouden En(de) geloeft de selve/ roelof dat hi den voirs(creven) gerarde vande(n) voirs(creven) solar(is) van wijne/ en(de) oude(n) grote(n) voirscr(even) nu(m)mermeer aenspraken en sal noch doen aenspre/ ken in ghenen rechte gheestelic noch wereltlic bi hem selve(n) noch/ bi nyemant and(er)s in gheenre manie(re)n alb(us) rike julii iiii