Het sijn comen in recht voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van loeven inde banc/ aldair m(ijn) vrouwe dabdisse des scloesters van rosendail in deen side/ en(de) salomon van bollenborne cled(er)snyder in dande(re) side dair de voirs(creven)/ abdisse aensprack een huys en(de) hoff met sijnre toebehoirten gelegen/ inde borchstrate tuschen de goede jans van binckeem in deen side en(de) de/ goede katline(n) bernarts in dande(re) met alrehande woirden en(de) thoonissen/ die sij aldair inden rechte dede segghen Dair op hem de voirs(creven) salomon/ verantworde met alrehande thoonissen en(de) wairheiden die hij dede seggen/ bileggen en(de) thoende Also dat ten eynde de scepen(en) van loeven bi
//
manissen smeyers van loeven(en) wijsden voir een vonnis dat alsulke/ aensprake als de voirscr(even) abdisse gedaen hadde totten voirs(creven) goeden/ den voirs(creven) salomon geen onstade doen en sall cor(am) lomb(ar)t borch(oven)/ abs(oloens) boys voshem januarii xxvii/