Van g(er)truden vander bruggen/ Item van alsulken gedinge als voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van loeve(n) gedingt/ is tusschen janne vand(er) heyden die na den rechte der stat van loeve(n)/ comen en(de) geleydt is tot den haefliken goeden andries vorsthuys in/ deen zijde en(de) g(er)truden weduwe jans wile(n) vand(er) brugge(n) beck(er)s/ zweg(er) des voirs(creven) andries in dande(re) alse van ond(er)half hond(er)t gulden/ cronen die de voirs(creven) g(er)truyt geloeft soude hebben te setten op/ der stat wissel van loeve(n) o(m)me dair mede te copen xv mudde rox/ lijfpensien ten live m(ar)grieten wilen vand(er) bruggen docht(er) der/ voirs(creven) g(er)truyde(n) en(de) die wijf was des voirs(creven) andries vorsthuys/ dair op in beyde(n) siden alrehande waerheide(n) verhoert warden/(et)c(etera) Eest tvonnis na aensprake na verantwerden en(de) na thoenis/ dat de voirscr(even) g(er)truyt ongehouden sijn sal van alsulk(er) aensp(ra)ke(n)/ als de voirs(creven) jan vand(er) heyden tot haerwert gedaen heeft/ cor(am) pynnoc milite abs(oloens) wit(te)[ma(n)] houg(ar)den velde naen aug(usti) xxiii