Voirt es bevorwairt en(de) clairlic ondersproke(n) dat de voirs(creven) anthonijs/ alle sijn oude love(n)sche brieve die de voirs(creven) joffr(ouwe) m(ar)griete(n) ende/ / anthonijs hoir soen gemaect moege(n) hebben op hoir goede te/ weten sund(er)linge een contulit dair mede gielijs vand(er) beke/ hem de goede ov(er)gaf doen de(n) selve(n) gielise de voirs(creven) xxv r(ins)/ gul(den) beset worden te nyeute doen sal en(de) schoe(re)n cor(am) eisde(m)