SAL7730, Akte: R°311.2-R°312.1 (301 van 428)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°311.2-R°312.1  
Act
Datum: 1437-03-14

Transcriptie

2020-03-15 door Yves Sergeant
Item want stoet en(de) geschille v(er)resen sijn tusschen jacob vande(n)/
bossche in deen side en(de) lyevijn zuetman in dande(re) om der goede/
wille die de vorsc(reven) lyevijn jege(n) de(n) vors(creven) jacob and(er)wijl gecocht/
en(de) gecregen heeft tot tong(er)lo te westerle en(de) d(aer) omtrent gelege(n)/
Daer om eest dat de vors(creven) jacob en(de) lyevijn d(aer) af v(er)enicht/
sijn ind(er) manie(re)n hier na volgende Inden yersten vande(n) brieve(n)/
daer mede arnt claeus va(n) diest gegoedt was inde goede vors(creven)/
van goerde he(r)meys de(n) jonge(n) met alle des daer aen clevende es/
beyde vande(n) ov(er)gegeve(n) en(de) wed(er)nemen heeft claerlic de vors(creven)/
jacob bekendt geloeft en(de) toegeseeght dat die geheellic en(de)/
al te nyeute en(de) gecancelleert zijn en(de) dat hi noch sine naco/
melinghe hem met dien brieve(n) behelpen en selen Bekennende/
voert de vors(creven) jacob dat de voirs(creven) lyevijn zuetma(n) alsulke hond(er)t/
en(de) vijftich crone(n) d(aer) op de vors(creven) arnt claes yerst de vors(creven) goede/
de(n) selve(n) lyevijn uutgegeve(n) hadde gelost en(de) afgequijt heeft met/
gereden ghelde met composicien vand(er) ghichtinghen [en(de)] met lijfpachte/
die de vors(creven) lyevijn tot hem w(er)t nam daerse de vors(creven) jacob sculdech/
was tot lvi cronen toe die joffr(ouwe) kath(el)ine van outhalen en(de)/
jannes ympens noch opte vors(creven) goede hebben Item
//
alse van alsulken oude(n) grote(n) erflik(er) rente(n) als tgasthuys van west(er)le/
op de vors(creven) goede heeft heeft geloeft de vors(creven) jacob dat hi bertele(n)/
vande(n) bossche sine(n) neve indien hebbe(n) sal dat hi de(n) vors(creven) ouden grote(n)/
op sine goede setten en(de) v(er)panden sal te dien eynde dat des vors(creven)/
lyevijns goede d(aer) af ontlast sele(n) blive(n) of dat de selve jacob den/
vors(creven) lyevijn d(aer) voe(r) geve(n) sal xx oude grote eens Gelovende noch/
voert de voirs(creven) jacob den vors(creven) lyevijn so waermen bevonde dat/
uut de(n) vors(creven) goeden meer ghinghe van e(n)nige(n) erfco(m)mer het wa(r)e/
ghelt tsijs pacht oft was dan d(aer) op de vors(creven) jacob den/
vors(creven) lyevijn de vors(creven) goede gewarendeert heeft dat hi hem dien/
co(m)mer afdoen sal oft hem geven voe(r) den pe(n)ninc twintich/
Hier toe heeft noch geloeft de voirs(creven) jacob dat hi goerde he(re)nmeys/
de(n) jongen en(de) goerde mort(er)mans die tot sine(n) goeden beleydt zijn indien/
sal hebbe(n) dat si bynne(n) viii daghe(n) naist comende comen selen voe(r)/
scepen(en) van loeven en(de) schelden quijt hae(r) voirs(creven) beleyt also v(er)re/
alst de(n) vorw(er)de(n) en(de) geluften voirs(creven) en(de) oec der waerscappen/
die de vors(creven) jacob den vors(creven) lyevijn vande(n) vors(creven) goeden voe(r)/
scepen(en) van bruessel gedaen heeft cont(ra)rien en(de) hijnderlic/
wesen mochte(n) Item alse van alsulke(n) vi crone(n) erflik(er) renten/
die de vors(creven) jannes ympens jaerlex heeft op de goede des/
vors(creven) lyevijn zuetmans en(de) oec op so(m)mige vande(n) goede(n) des vors(creven)/
jacobs hebbe(n) geloeft de vors(creven) lyevijn zuetman en(de) met hem/
bartelmeeus de hont en(de) henric de weke(re) ongesund(er)t en(de) ongescheide(n)/
dat si de selve vi crone(n) erflik(er) rente(n) quijte(n) en(de) aflegge(n) selen/
van ons(er) vrouwe(n) lichtmisse lest leden bynnen drie jae(re)n d(aer)na/
sond(er) myddel volgende en(de) d(aer) toe also vele doen dat den/
vors(creven) jacob noch sine(n) goeden noch nacomelinge(n) nu(m)m(er)meer last/
comen en sal En(de) d(aer) af heeft [geloeft] de selve lyevijn de(n) vors(creven) bartel/
meeuse en(de) henricke(n) de weke(re) scadeloes en(de) co(m)merloes te houden/
En(de) want also is dat de vors(creven) jacob vanden bossche joffr(ouwe)/
kath(el)ine(n) van outhalen vors(creven) voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van loeven/
waerscap geloeft heeft van dien l cronen erflik(er) renten/
die sij jaerlex heeft opte goede des vors(creven) lyevijns So
//
eest dat de vors(creven) lyevijn comen is voe(r) scepen(en) van loeve(n)/
mids dat hi de voirs(creven) l crone(n) tot hem w(er)t genomen heeft/
en(de) heeft geloeft dat So wae(r) den voir(screven) jacob sinen goeden/
oft nacomelingen van dier waerscappe(n) in e(n)nige(n) tiden toecomende/
last oft hijnder quame dat hi de(n) selve(n) jacob sine goede ende/
nacomelinge d(aer) af tot eweliken dagen ontheffen sal Behoudelic/
altoes der geluften vand(er) waerscappe(n) die de vors(creven) jacob den/
voirs(creven) lyevijn vanden bodem en(de) gronde d(er) goede voirs(creven) gedaen/
en(de) geloeft heeft in haerre volcomend(er) macht En(de) [hier] op heeft de/
vors(creven) henric de weke(re) die geleidt is tot den goeden des selfs/
lyevijns sijn beleydt voirs(creven) quijt geschouden also v(er)re als dat/
den vorw(er)den voirs(creven) hijnderlic wesen mach h(enrico) borch(oven) et/
ov(er)wynghe iunior m(ar)tii xiiii
Nagekeken doorWalter Winnelinckx
ModeratorWalter Winnelinckx
Laatste update:: 2016-02-03 door xavier delacourt