SAL7733, Akte: R°389.1 (357 van 422)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°389.1  
Act
Datum: 1440-04-09
TaalNederlands

Transcriptie

2014-08-01 door Chris Picard
Van nijs moens den jonghen/
It(em) jan van mechlen soen henrix van l mechlen es comen in tegewoirdicheiden/
sburg(er)meesters ende der scepen(en) van loeven hier na genoemt en(de) heeft geloeft/
op sijn lijf ende op sijn goet en(de) op zoenbreke en(de) vrebreke te sijn dat hij/
om negheenrehande saken wille die gesciet moegen sijn tot opten dach toe/
van heden tuschen hem in deen zijde en(de) denijse moens den jongen becke(re)/
soen dyonijs moens in dande(re) Den selve(n) denijse den jongen nu(m)m(er)meer/
wangonst hatye vede oft vyantscap doen noch dragen sal noch hem/
crencken noch hijnde(re)n aen lijf oft aen goet noch te camp eysschen dage(n)/
noch mo[e]yen buyten lants biden hem selve(n) noch bij yemants anders/
in e(n)nig(er) manie(re)n Beke(n)nende en(de) verlyende openbairlic de voirs(creven) jan/
van mechlen so wae(re) hij hier tegen dade dat hij zoenbreke en(de) vredebreke/
soude sijn en(de) verboert soude hebben sijn lijf en(de) sijn goet ond(er) wat/
he(re)n of gerichte hij bevonden swordde Behoudelic etc(etera) in meliori/
for(ma) cor(am) vynkenb(osch) burgim(a)g(ist)ro abs(oloens) lynte(re) iuniore scab(inis) sabbato/
post quasi mo(do) a(n)no xl/
Nagekeken doorInge Moris
ModeratorInge Moris
Laatste update:: 2013-07-25 door Lize De Wilder