SAL7734, Akte: R°60.5-V°60.1 (78 van 455)
Akte R°60.5-V°60.1
Act
Datum: 1440-08-11
Transcriptie
2020-02-23 door René LaesEnde het es [vorwarde en(de) ond(er)sproke(n)] tusschen den voirs(creven) alfere in deen zijde ende h(e)r(e)n/
henricken lichtvoet priester en(de) ja(n)ne jonge sijne(n) neve in dand(er)/
zijde dat de pri(n)cipaelbrieve hoe de voirs(creven) rente(n) gecocht en(de)/
gecrege(n) sijn alhier onder de clercke selen blive(n) liggende in/
//
deser vuegen en(de) manie(re)n wart also dat de voirs(creven) alfeer vanden/ voirs(creven) xxiiii gulden dair in hij xii jair lanc gevesticht es of/ van e(n)nigen vanden voirs(creven) t(er)mijne(n) in gebreke wae(r) aen de stat/ van loeve(n) dat men hem dan de voirs(creven) brieve also verre hem/ die diene(n) selen ov(er)geve(n) sal om hem dair mede te behelpen/ sijn gevallen renten te gecrigen en(de) als hij dair af vernueght/ sal sijn dat hij dan ter stont de selve brieve weder onder/ de clercken bringen sal En(de) so wa(n)neer oic den voirs(creven) t(er)mijn/ vanden voirs(creven) xii jae(re)n ov(er)leden es so salmen alle de voirs(creven)/ brieve sonder vertreck wed(er) ov(er)geve(n) en(de) telivere(re)n den voirs(creven)/ h(ere)n henricke en(de) sinen neve ten wae(re) dat de voirs(creven) alfeer in/ e(n)nigen vanden voirs(creven) t(er)mijne(n) vande(n) voirs(creven) xii jae(re)n gevalle(n)/ zijnde in gebreke wae(r) dat men hem dan metten voirs(creven)/ brieve(n) behulp doen sal om dat gebreck te gecrigen t(er) goed(er)/ meyni(n)gen en(de) sond(er) argelist eisdem (et) de brieve/ die wij vanden voirs(creven) renten ontfangen hebben sijn dese/ te weten twee brieve elc spreken(de) van xx rijnssche gulde(n)/ erflic die jan wilen weeghbroet gecocht heeft opte stat/ van loeve(n) It(em) ene(n) brief sprekende van xx rijnssche gulde(n) erflic dair jannes noyens tot behoef arnts van dornick/ natuerlic in gegoedt es voe(r) scepen(en) van loeve(n) vande(n) voirs(creven)/ wilen janne weeghbroet It(em) noch ene(n) brief spreken(de) van/ xx rijnssche gulden oic erflic daer de voirs(creven) ja(n)nes noyens/ tot behoef dyanten natuerlic dochter arnts wilen van/ dornick in gegoedt es voe(r) scepen(en) van loeve(n) biden voirs(creven)/ wilen ja(n)ne weeghbroet It(em) ene(n) brief dair mede peter/ wile(n) de jonge gecocht en(de) gecregen heeft xii rijnssche gulde(n)/ vanden voirs(creven) renten jegen henricken kerstiaens en(de) dyante(n)/ sinen wive voirs(creven) It(em) noch twee brieve spreken(de) den ene(n)/ dair af van acht rijnssche gulden en(de) den ande(re)n van vier/ rijnssche gulden erflic vanden renten voirs(creven) de welke/ de voirs(creven) peter wilen de jonge gecocht ende gecregen/ heeft tegen den voirs(creven) arnde van dornick natuerlic En(de)/ men sal dese brieve vijnden in een ronde witte busse inde/ scaprede acht(er) vissche(r) dair op gescreve(n) steet d(omin)us henr(icus)/ lichtvoet p(res)b(ite)r joh(ann)es jonge eius consanguineus et alfeen/ alfeer
//
deser vuegen en(de) manie(re)n wart also dat de voirs(creven) alfeer vanden/ voirs(creven) xxiiii gulden dair in hij xii jair lanc gevesticht es of/ van e(n)nigen vanden voirs(creven) t(er)mijne(n) in gebreke wae(r) aen de stat/ van loeve(n) dat men hem dan de voirs(creven) brieve also verre hem/ die diene(n) selen ov(er)geve(n) sal om hem dair mede te behelpen/ sijn gevallen renten te gecrigen en(de) als hij dair af vernueght/ sal sijn dat hij dan ter stont de selve brieve weder onder/ de clercken bringen sal En(de) so wa(n)neer oic den voirs(creven) t(er)mijn/ vanden voirs(creven) xii jae(re)n ov(er)leden es so salmen alle de voirs(creven)/ brieve sonder vertreck wed(er) ov(er)geve(n) en(de) telivere(re)n den voirs(creven)/ h(ere)n henricke en(de) sinen neve ten wae(re) dat de voirs(creven) alfeer in/ e(n)nigen vanden voirs(creven) t(er)mijne(n) vande(n) voirs(creven) xii jae(re)n gevalle(n)/ zijnde in gebreke wae(r) dat men hem dan metten voirs(creven)/ brieve(n) behulp doen sal om dat gebreck te gecrigen t(er) goed(er)/ meyni(n)gen en(de) sond(er) argelist eisdem (et) de brieve/ die wij vanden voirs(creven) renten ontfangen hebben sijn dese/ te weten twee brieve elc spreken(de) van xx rijnssche gulde(n)/ erflic die jan wilen weeghbroet gecocht heeft opte stat/ van loeve(n) It(em) ene(n) brief sprekende van xx rijnssche gulde(n) erflic dair jannes noyens tot behoef arnts van dornick/ natuerlic in gegoedt es voe(r) scepen(en) van loeve(n) vande(n) voirs(creven)/ wilen janne weeghbroet It(em) noch ene(n) brief spreken(de) van/ xx rijnssche gulden oic erflic daer de voirs(creven) ja(n)nes noyens/ tot behoef dyanten natuerlic dochter arnts wilen van/ dornick in gegoedt es voe(r) scepen(en) van loeve(n) biden voirs(creven)/ wilen ja(n)ne weeghbroet It(em) ene(n) brief dair mede peter/ wile(n) de jonge gecocht en(de) gecregen heeft xii rijnssche gulde(n)/ vanden voirs(creven) renten jegen henricken kerstiaens en(de) dyante(n)/ sinen wive voirs(creven) It(em) noch twee brieve spreken(de) den ene(n)/ dair af van acht rijnssche gulden en(de) den ande(re)n van vier/ rijnssche gulden erflic vanden renten voirs(creven) de welke/ de voirs(creven) peter wilen de jonge gecocht ende gecregen/ heeft tegen den voirs(creven) arnde van dornick natuerlic En(de)/ men sal dese brieve vijnden in een ronde witte busse inde/ scaprede acht(er) vissche(r) dair op gescreve(n) steet d(omin)us henr(icus)/ lichtvoet p(res)b(ite)r joh(ann)es jonge eius consanguineus et alfeen/ alfeer
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: Mi-Je Van Gils
Laatste update:: 2015-10-14 door kristiaan magnus