SAL7734, Akte: R°99.3 (133 van 455)
Akte R°99.3
Act
Datum: 1440-09-19
Transcriptie
2019-07-04 door René LaesIt(em) peter van opberge die geleidt es tot den haeflike(n) goeden/
henrix van scouwenbroeck en(de) katlinen hynnebeens sijns/
wijfs moeder des voirs(creven) pet(er)s in jeg(enwordichheit) heeft geloeft openb(air)lic/
dat hij met den selve(n) beleide den voirs(creven) henricken noch/
katlinen also lange als sij leve(n) oft deen van hen beide(n) leve(n)/
sal nu(m)m(er)meer hijnder letsel noch ongebruyck aen de selve/
goede doen noch maken en sal maer hen die peyslic/
hoe(r) leefdade lanc p laten hebben en(de) gebruycken na hoe(re)n/
vryen wille Geloven(de) voerts [de voirs(creven) pet(er)] gevielt dat de voirs(creven) katline/
aflivich worde voe[r] den voirs(creven) henricken hoe(re)n man dat hij/
dan die have na des voirs(creven) henr(icken) doet sal laten sal laten gaen/
dair sij na den lantrechte sculdich sal sijn te gaen oft daerse/
de voirs(creven) henr(ick) maken en(de) ordine(re)n mochte sond(er) hem e(n)nich/
recht daer toe te vermeten eisd(em)
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2015-10-20 door kristiaan magnus