Van henrick(en) goirds / It(em) also als langhe wijle handelinghe en(de) gescille ten bywesene vande(n) gedeputeerde(n) / d(er) steden loeven(en) en(de) andw(er)pe(n) te seke(re)n dachv(er)den in elcke vande(n) vors(creven) steden / en(de) oic ind(er) stad van bruessel gehoude(n) en(de) besund(er) voe(r) de stad van loeven(en) / geweest is tussche(n) joff(rouwe) lijsbette(n) va(n) kuyck weduwe jans wijle(n) vande(n) houte nu / wittich wijf zeghers van hae(re) va(n) gorkem t(er) eenre zijden ende henrick(en) goirds / van diest die na de hoge h(er)lich(eit) onss lieffs gened(ichs) en(de) geduchts he(re)n sh(er)tog(en) va(n) bo(ur)g(oign)[en] / en(de) va(n) brab(ant) en(de) nade(n) rechte d(er) stad van loeve(n) come(n) en(de) geleidt es tot alle(n) den / goede(n) des vors(creven) zegh(er)s t(er) ande(re) Des de vors(creven) joff(rouwe) lijsbet na seke(re) t(er)mi(n)acien en(de) besceit / dat si hoir besund(en) seeght hebbe(n)de vand(en) vors(creven) stad va(n) andw(er)pe(n) heeft gemeynt / dat de vors(creven) henr(ick) uut machte vande(n) vors(creven) beleyde v(er)doolt wae(re) aen tbewijnd / va(n) seke(re)n goede(n) en(de) rinte(n) geleg(en) te ned(er)lynthe(re) D(aer)op de vors(creven) henr(ick) v(er)andw(er)dt / heeft dat nietwed(er)staen(de) zijne(n) vors(creven) beleide en(de) de(n) besceide dat hij oic vand(er) vors(creven) / stad va(n) andw(er)pe(n) en(de) and(er)s heeft d(aer)af heeft hij v(er)goude(n) wese(n)de va(n) dat hij / de(n) vors(creven) zeghe(re)n geleendt heeft en(de) des hij voer he(n) stae(n) mach de(n) selve(n) sege(re)n / die tot de(n) vors(creven) goede(n) te lynte(re) gericht es staen mach gelost zijnde wa(n)t / hij tot der te goed(er) meyni(n)ge(n) and(er)s en(de) tot behulpe des selfs zeg(er)s geleydt es / hij liev(er) d(er) cost en(de) moeyte(n) die hij d(aer)om dicwijle gehadt heeft en(de) noch doet / verdrage(n) wae(re) en wae(re) dat hij t(er) bed(en) des selfs zeg(er)s en(de) oic symoe(n)s vande(n) / moirte(re) die d(er) vors(creven) lijsbette(n) docht(er) heeft dat v(er)hielde Ende nu na / sek(er) v(er)hael ind(er) lest(en) tsynxen m(er)ct tandw(er)pe(n) geschiet de vors(creven) henr(ick) / en(de) met he(m) de vors(creven) symoen met seke(re)n hoi(r)e bescheide en(de) brieve(n) come(n) / sijn byde(n) rade d(er) stad van loeven Aldaer dbescheit en(de) de gelegenth(eit) / vand(er) sak(en) int la(n)ge v(er)halende d(aer)af de stad van loeven oic voe(r) en(de) nae / met goed(er) goed(er) cleernisse(n) vord(er) en(de) wael te by(n)nen es op hede(n) come(n) / zijn So heeft de raed vand(er) stad van loeven(en) get(er)mi(n)neert voe(r) recht / en(de) bescheit dat nietwed(er)staen(de) e(n)nighe(n) hoire(n) voer scrivene oft voe(r) t(er)mi(n)acie(n) / d(aer)op gedae(n) de vors(creven) henrick in de macht vande(n) vors(creven) zijne(n) beleyde blive(n) sal / en(de) d(aer)mede tbewijnt vande(n) vors(creven) goeden te ned(er)lynte(re) hebben tot ande(re)n tijt / dat met vorde(re)n en(de) behoirlike(n) bete(re)n bescheide byd(er) stad d(aer)op v(er)sien / en(de) get(er)mineert oft and(er)s gewijst worden sal met rechte Actu(m)
//
presidentib(us) py(n)nock prijke(re) [burg(i)m(a)g(ist)ris] lye(ming)[en] rijke abs(oloens) borchoven et q(uam) pl(ur)ib(us) / aliis (con)siliariis stoct magni sec(re)tar(io) In pleno (con)silio no(ta)bilit(er)/ co(n)gregatis junii xvii anno xli[o] /