SAL7738, Akte: V°75.2-R°76.1 (118 van 480)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°75.2-R°76.1  
Act
Datum: 1444-10-23

Transcriptie

2013-06-14 door Kristiaan Magnus
It(em) also als stoet en(de) gescille opv(er)staen en(de) geresen wae(re)n tuschen/
gielise van bierbeke inden name der kijnde(re)n jans wilen van bierbeke/
sijns soens in deen zijde ja(n)ne van udekem sweer des voirs(creven) wilen/
jans die na den rechte der stad van loeve(n) beleidt es tot den/
goeden des voirs(creven) wilen jans in de der(re)der zijde en(de) gelden(en) hey/
berchs en(de) joffr(ouwe) katline(n) sijne(n) wive docht(er) des voirs(creven) jans/
van udekem en(de) weduwe des voirs(creven) wilen jans van bierbeke/
in de derdde zijde alse van seke(re)n gelde te weten lxxxiiii/
rijd(er)s of daer omtrent dwelc steet ond(er) scepen(en) van bierbeke/
en(de) de goede liede van bierbeke gemeynlic sculdich wae(re)n den/
voirs(creven) wilen ja(n)ne van bierbeke en(de) van sesse mudde corens/
lijfpensien die de voirs(creven) wilen jan van bierbeke den voirs(creven)
//
ja(n)ne van udekem sijnen sweer bekent hadde voe(r) scepen(en) van/
loeven tsijnen live voe(r) sijn tocht dier hij afquit van seke(re)n/
goeden die zij tsamen vercochten en(de) oic van vi mudden/
rogs der maten van loeven die de voirs(creven) gielijs vander/
voirs(creven) kijnde(re)n wegen jairlix sculdich was der voirs(creven) joffr(ouwe)/
katlinen tot hoe(re)n live alse vanden xii mudden rogs die/
hoe(re)
voe(r) hoe(re) tocht vanden goeden die bleve(n) na den/
voirs(creven) wilen ja(n)ne toegeseeght wae(re)n so sijn de voirs(creven)/
p(ar)tien comen voe(r) scepen(en) van loeven en(de) hebben gekent/
en(de) gelijdt dat zij bij middele van vrienden vanden/
voirs(creven) gescillen vereenicht sijn en(de) veraccordeert ind(er) manie(re)n/
hier na volgen(de) te weten dat de voirs(creven) gielijs van/
bierbeke sal trecken vanden voirs(creven) gelde dat ond(er) scepen(en) van/
bierbeke steet deen helicht en(de) de voirs(creven) geldolf en(de) jouffr(ouwe)/
katline sijn wijf dander helicht en(de) des sal de voirs(creven) giel(ijs)/
van bierbeke quijt en(de) ongehouden zijn van iii mudden rogs/
lijfpensien die hij geldove geloeft hadde af te doen aen/
den voirs(creven) ja(n)ne van udeke(m) van sijne(n) vi mudde(n) en(de) des sal/
de voirs(creven) geldolfs wed(er)om ongehoude(n) sijn vanden xxx rijd(er)s/
die hij van gielise voe(r) die gelufte wed(er) gehaven hadde/
It(em) sal de voirs(creven) gielijs den voirs(creven) ja(n)ne van udekem/
gheven tsestich gulden rijders in gereden pe(n)ningen voer de/
selve sijn [vi] mudden rogs lijfpensien [oft hem die laten nemen vanden voirs(creven)] also dat de voirs(creven) geldolf/
en(de) sijn wijf daer af ongehouden selen sijn en(de) als hem de/
voirs(creven) lx rijd(er)s betaelt sijn so sal hij den scepen(en) brief die jan/
wilen van bierbeke hem bekent hadde vande(n) voirs(creven) vi mudde(n)/
lijfpensien ov(er)geve(n) den voirs(creven) gielise ende mids den selve(n)/
lx rijd(er)s so sal de voirs(creven) gielijs en(de) sijns soens kijnde(re) en(de) hoe(re)/
goede quijt vry en(de) los sijn vanden voirs(creven) vi mudde(n) rogs/
diemen der voirs(creven) jouffr(ouwe) katline(n) noch sculdich [was] van hae(re) tocht/
en(de) sal de voirs(creven) geldolf en(de) sijn wijf wed(er) ov(er)geve(n) en(de) laten/
volgen den voirs(creven) gielise inde(n) name vande(n) voirs(creven) kijnde(re)n enen/
wijng(ar)t en(de) een stuck beemts die zij behoude(n) hadde(n) voe(r) een/
mudde [rogs] in afslage vande(n) selve(n) vi mudde(n) It(em) es noch vorw(er)de/
dat de voirs(creven) geldolf en(de) sijn wijf den voirs(creven) giel(ijs) en(de) den kijnde(re)n/
behoerlike quitancie doen selen voe(r) scepen(en) van loeven(en) en(de) voe(r)/
notarijs en(de) getuyghen vand(er) voirs(creven) jouffr(ouwe) katline(n) tocht en(de)/
vand(er) coerne(n) xii mudde(n) rogs [lijftochten] die hoe(re) tot hoe(re)n live daer/
voe(r) toegeseeght wae(re)n welke vorw(er)den en(de) condicien bove(n)/
bescreve(n) de voirs(creven) p(ar)tien malcande(re)n en(de) ene(n) elic elc van hem/
also v(er)re alst hem aenruert geloeft hebben vast en(de) gestentich/
te houde(n) en(de) volcomelic te voldoen tal alse v(er)volghde schout/
witte ov(er)wynghe oct(obris) xxiii/
Nagekeken doorMarika Ceunen
ModeratorKristiaan Magnus
Laatste update:: 2013-06-11 door Inge Moris