SAL7739, Akte: R°219.3-V°219.1 (369 van 608)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°219.3-V°219.1  
Act
Datum: 1446-02-17

Transcriptie

 door 
It(em) henric van schoonhoven he(re) te [vacat] en(de) te woluwe in jeg(enwoirdicheit) heeft/
gekent en(de) gelijdt dat hij janne van [box]mee(re) sculdich is de so(m)me van iiii[c]/
gulden(en) te x stuv(er)s d(er) mu(n)ten (et)c(etera) voe(r) den gul(den) gerekent te betalen opte/
forme en(de) (con)dicie h(ier) na verclaert dats te weten oft gebuerde dat de/
selve henrick die geleidt zal werden totten goeden also verre die toehoiren/
oft puerlic sculdich zijn in handen te comen jouff(rouwe) johannen van
//
waenrode zijnre zwe[ge]ri(n)nen met scepen(en) brieven van loeven(en) die jan zijn brued(er) hoir/
mo(m)boir en(de) zij hem opten dach van heden voir scepen(en) van loeven(en) bekent hebben/
e(n)nich goet van hoiren wegen metten selven brieven in zijnen handen gecrege/
het wae(re) de schout die hoe(r) de jouffr(ouwe) van wesemale sculdich is oft and(er)s/
zo wat dat wae(re) dat hij dan alle tghene also gehaven tott(er) zo(m)men/
toe voirs(creven) den voirs(creven) janne van mee(re) betalen en(de) uutreycken zal zond(er)/
vertreck als hij des vanden voirs(creven) janne vermaent w(er)t En(de) oft de voirs(creven)/
jouffr(ouwe) van waenrode e(n)nigh erfgoet boven hoir rente of pe(n)ninge bove(n) hoir/
lijfrenten op waenrode toequame oft in hoiren oirbe(r) gingen gedragen(de) tott(er)/
so(m)men van c gul(den) voirs(creven) eens oft dair boven en(de) zij hem die niet en/
liete volgen noch in zijnen handen comen het wae(re) dat zij hem die onthieve/
of eld(er) bewese bij hoir selven of bij yeman(ne) and(er)s van hoiren wegen hoe/
dat gesciedde Zo heeft henrick van schoonhoven voirs(creven) gelooft als voe(r) jaerlix/
acht(er) die tijt den voirs(creven) janne van mee(re) te betalen c gulden(en) ind(er)/
w(er)den voirs(creven) half te kersmisse en(de) half te s(in)tjansmisse also verre de/
voirs(creven) van waenrode e(n)nigh van dien paydagen ov(er)leeft en(de) het dan yet/
vand(er) voirs(creven) so(m)men van iiii[c] gulden(en) tusschen den voirs(creven) van mee(re) en(de) jouff(rouwe)/
van waenrode ombetaelt uutstaet Met zulker voirwerden zo wa(n)neer/
de voirs(creven) van waenrode aflivich wordt dat hij dan voirtaen van des aende(n)/
voirs(creven) van mee(re) dan noch uutstaet en(de) biden voirs(creven) condicien onv(er)gouden/
bleven wae(re) van allen betalingen e(n)nichsins meer te doen ongehouden blive(n)/
zal Hier inne oic ond(er)sproken wairt dat d(er) voirs(creven) jouffr(ouwe) johannen hoe(r)/
schout crege in al oft in deel van d(er) jouffr(ouwe) van wesemale dat dan/
d(aer)af betaelt zullen werden goerde thuyn ii[c] en(de) xiiii rijd(er)s eens die/
zij hem sculdich zijn zoude zond(er) dat hij om dier betalingen wille/
inde voirs(creven) geluften yet gehouden zal zijn abs(oloens) pynnock febr(uarii) xvii
Nagekeken door
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2015-11-24 door Jos Jonckheer