SAL7739, Akte: V°353.2 (589 van 608)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°353.2  
Act
Datum: 1446-06-21

Transcriptie

2019-01-15 door Frans Feyaerts
It(em) uut dien dat willem van nyetsam geheeten vand(er) gheeten die geleydt/
es tot allen den haefleken goeden lijsbetten luyten docht(er) jans wijlen luyte/
van arschot en(de) petrus van boesschot hoirs natuerlijx soens opten dach van/
heden voe(r) meye(r) en(de) sepen(en) van loeven(en) inde banck ald(air) hadden doen inscriven/
der voirs(creven) lijsbetten en(de) hae(re)n soene die hem ongebruyck deden aen de have/
hier ond(er) bescreven Ald(air) de voirs(creven) lijsbeth en(de) haer soene niet en compareerde(n)/
den voirs(creven) willem(me) hen int recht v(er)wachten(de)en(de) hem p(rese)nteerende so hevet/
tvo(n)nisse der scepen(en) van loeven(en) t(er) manie(re)n manissen smeyers bijd(er) (con)tumacie(n)/
der voirs(creven) lijsbetten en(de) haers soens gewijst voe(r) een vo(n)nis datme(n) den/
vors(creven) willem(me) vand(en) voirs(creven) goeden houden sal in sijne(n) beleyde also v(er)re/
alst noch voe(r) hen come(n) wae(re) p(rese)ntib(us) o(mni)b(us) scab(inis) dempto abs(oloens) junii xxi
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2015-12-08 door Jos Jonckheer