SAL7739, Akte: V°49.4 (111 van 608)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°49.4  
Act
Datum: 1445-08-25

Transcriptie

2016-06-07 door Frans Feyaerts
It(em) gerardus eck van tylen in gelreland [renu(n)c(ians) quo ad subsc(ri)pta p(rivi)[l(egiis)] univ(er)s(i)t(atis) studii lov(aniensis)] in p(rese)ncia heeft geloeft dat hij alse re(n)tmeest(er)/
vanden groten gasthuyse van loeven(en) d(aer) hij bijde(n) mo(m)boiren en(de) meestersse(n) des selfs goidsh(uys)/
tot hue(re)n wed(er)roepen aengenome(n) es tselve rentmeest(er)scap also lange hij rentmeest(er) es/
wel en(de) getruwelic bediene(n) en(de) bewae(re)n zal en(de) d(aer)af hen tot hoe(re)n manissen goede/
wettige en(de) gewaerige rekeni(n)ge bewisenisse en(de) betalinge doen also dat behoirt/
en(de) een goet getruwe rentmeest(er) sculdich es te doen en(de) hier voe(r) es borge des voirs(creven)/
gerardus alse p(ri)ncipael jacob de gruyte(re) zoon wile(n) jacobs gruyters wonen(de)/
te loeven(en) inde coestrate voe(r) de mu(n)te ald(aer) et p(ri)m(us) lomb(ar)t voshem aug(usti) xxv/
Nagekeken doorAgata Dierick , Jos Jonckheer
ModeratorAgata Dierick
Laatste update:: 2015-11-10 door Jos Jonckheer