SAL7741, Akte: R°83.3-V°83.1 (176 van 321)
Akte R°83.3-V°83.1
Act
Datum: 1447-10-30
Taal: Nederlands
Transcriptie
2020-03-19 door Gerry Van HelmontIt(em) cond zij allen lieden dat m(er)ten arnde van huldenb(er)ge es comen voe(r)/
scepen(en) van loeven(e) en(de) heeft genomen en(de) bekent dat hij genome(n) heeft/
van henrick(e) van lynthre nu t(er)tijt burg(er)meest(er) te loeven(e) jouff(rouwe) katlijne(n)/
spapen [docht(er) jans wijlen spapen] en(de) jouff(rouwe) lijsbetten en(de) ijden spapen gesust(ere)n [docht(er) ende] zwegeri(n)nen des/
voirs(creven) henrix alle alsulk(er) goede als de selve henrick jouff(rouwe) katlijne(n) ende/
beide gesust(ere)n houden(de) zijn inde prochien van huldenberge vand(er) loe(n)beke(n)/
en(de) van ijse(re)n in wynnen(de) lande beemden eeusselen bog(ar)de(n) en(de) and(ere)n hoe(re)n/
toebeh(oirten) uutgenomen twee stucken lants die nu driesch en(de) ongewo(n)nen/
ligge(n) deen d(aer)af houden(de) omtr(ent) i boende(r) . [gelegen] t(er) loenbeken en(de) dand(er)/
omtr(ent) (½) boend(er) groet te ijse(re)n Te houden te hebben en(de) te wynnen/
van halfm(er)te naestcomen(de) eenen t(er)mijn van neghen jairen lanck deen/
nae dand(er) sond(er) myddel volgende elcx jairs dae(re)n bynnen op de helicht van alle/
der vrucht op de voirs(creven) wynnen(de) lande jairlix wassende behoudelic dat de voirs(creven)/
wyn alleen [en(de) voe(r) uut] hebben sal eene(n) wynnen(de) hoff geheten spapenhoff gelegen voir/
jans hays poirte welke goede de voirs(creven) wyn sal wynne(n) ende werve(n) gelijc/
zijne(n) reengenoten boven en(de) beneden en(de) die laten te sijne(n) afsceyden/
bloot en(de) geheel It(em) sal de voirs(creven) wyn de vruchten die jairlix opte voirs(creven)/
goede wassen selen als die tijtveerdich es [sijn] op sijne(n) cost afdoen en(de) vue(re)n
//
inden gelege der voirs(creven) jouff(rouwe) katlijne(n) gelegen te huldenb(er)ge welck/ coe(re)n de voirs(creven) p(er)sone en(de) de wyn te gelike [sullen] doen dersschensullen en(de)/
dat gedorsschen(de) sijnde zo sullen zijt deylen half en(de) half en(de) tgedeelte/
vanden coirne des voirs(creven) henrix en(de) der voirs(creven) twee gesust(ere)n zijnre/
swegery(n)ne(n) sal de voirs(creven) wyn jairlix te loeven leve(re)n en(de) allet tstroe/
vanden selve(n) goeden comen(de) sal de voirs(creven) wyn bynne(n) den voirs(creven)/
gelege d(er) voirs(creven) jouff(rouwe) katlijne(n) ette(n) en(de) slijten en(de) dmest wed(er) om/
vue(re)n op de voirs(creven) lande slants meesten p(ro)fijte It(em) sal de voirs(creven) wyn(n)ne/
houden en(de) [de] grechten en(de) wat(er)lopen vanden voirs(creven) goeden op zijne(n)/
last wel en(de) loflic uutgenome(n) de beke geheeten dijssche It(em) sullen/
de voirs(creven) vier p(er)sone en(de) wyn van malcand(ere)n moegen sceyden/
ten naesten sess jairen naestcomen(de) behoudelic dat de ghene/
die sceyden wilt dat den and(ere)n een half jair te voiren seggen/
sal h(ier) wa(r)en ov(er) wynge willem(air) oct(obris) penulti(m)a
//
inden gelege der voirs(creven) jouff(rouwe) katlijne(n) gelegen te huldenb(er)ge welck/ coe(re)n de voirs(creven) p(er)sone en(de) de wyn te gelike [sullen] doen dersschen
Nagekeken door: myriam bols
Moderator: myriam bols
Laatste update:: 2014-08-25 door kristiaan magnus