It(em) al eest dat de voirs(creven) jan de weeke(re) synpelijc inden hvoirs(creven) halve(n) peter/ sijn heffen heeft behouden So is nochtan geordineert en(de) ov(er)dragen bijden/ rade vand(er) stad want henrick wilen de weeke(re) in zijne(n) testame(n)te liet/ den kynde(re)n des voirs(creven) jans x pet(er)s eens daer voe(r) de voirs(creven) roelof die/ de helicht vandie(n) sculdich was den voirs(creven) kijnde(re)n de voirs(creven) lijftochte bekent/ heeft datmen metten selven brieve den selven janne niet meer dan/ de bladinge vanden voirs(creven) halve(n) pet(er) jairlijx en sal laten heffen en(de)/ dat d(aer)toe also lange als hij de selve zijne kijnde(re) tot zijne(n) laste sal/ houden en(de) niet lang(er) maer als de voirs(creven) kijnde(re) uut zijne(n) laste zijn/ en(de) zij den voirs(creven) roelove behoirlike quitan(cie) vande(n) voirs(creven) v guld(en) pet(er)s/ gegeven zullen hebben dan salmen hen en(de) niet den vad(er) den voirs(creven)/ brief ov(er)geven and(er)s en salme(n) den brief nyemande and(er)s ov(er)geven/ noch d(aer)met laten werken in gheenre manie(re)n cor(am) eisdem