SAL7741, Akte: V°213.1-R°214.1 (224 van 321)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°213.1-R°214.1  
Act
Datum: 1448-04-11
TaalNederlands

Transcriptie

2020-04-14 door Gerry Van Helmont
Cond zij allen lieden dat gielijs robbijns sone henrix wijlen robbijns van/
cumptich in teg(enwordicheit) d(er) scepen(en) van loeven(e) gestaen heeft genomen en(de) bekent/
dat hij genomen heeft van philipse svos p(ro)fest proefst de godsh(uys) vand(er)/
came(re)n bij bruesele als volcomelic gemechticht bijden selven godsh(uys)/
gelijc dat blijct bleeck bij eenre p(ro)curacien besegelt metten segelen/
der abdissen en(de) conve(n)te des voirs(creven) godsh(uys) de goede des selfs godsh(uys)/
geleg(en) te cu(m)ptich en(de) d(aer)omtrent in huyse hove(n) lande en(de) met/
eene(n) beemde [geleg(en) te] zijgelb(er)ge? bijd(er) moelen tot oerbeke en(de) met eene(n)/
stucke beemts geleg(en) aen sh(er)togen wouwe(r) mett(er) thienden tsijze/
pachte(n) renten den voirs(creven) godsh(uys) vand(er) came(re)n ald(aer) toebehoiren(de)/
gelikerwijs de voirs(creven) gielijs die van vore vande(n) voirs(creven) godshuyse/
in pechti(n)gen gehoude(n) heeft Te houde(n) te hebben en(de) te wynne(n)/
van halfm(er)te dat was int jair ons h(ere)n duysent iiii[c] en(de) xlvi ene(n)/
t(er)mijn van seesse ja(r)en langh deen na dand(er) staphans sond(er) middel/
volgen(de) elcx jairs dae(re)n bynne(n) voe(r) en(de) om tsestich mudde(n) rogs/
en(de) seven(en)twintich mudd(en) even(en) beide goeds en(de) payabels corens/
met wa(n)ne en(de) met vede(re)n wael bereidt d(er) mate(n) van thiene(n)/
Te weten is sesse halst(er) d(er) selv(er) mate(n) voir elck mudde voirg(eruert)/
gerekent te s(in)te andriesmisse ap(oste)ls vallen(de) en(de) te ke[r]savonde/
d(aer) naest volgen(de) vol betaelt te zijne en(de) bynne(n) thiene(n) te leve(re)n/
den voirs(creven) proefst [en(de)] brued(er) danijse van coursele conv(er)s sgoidsh(uys)/
voirg(eruert) of den eene(n) van hen breng(er) sbriefs [tot des voirs(creven) godsh(uys) behoef] alle ja(r)e de voirs(creven) t(er)mijne/
durende en(de) telk(en) t(er)mijne alse vervolghde schout Voirts sal/
de voirs(creven) wynne jairlix de voirs(creven) t(er)mijne durende int voirs(creven) hoff/
leve(re)n iiii[c] walms goet en(de) cusbair en(de) die sal de voirs(creven) wynne/
op de huysinge ald(aer) op zijne(n) cost beide van dachue(re)n en(de) van/
montcoste doen v(er)decken En(de) zo waerme(n) bynne(n) den voirs(creven) t(er)mine/
aende de voirs(creven) huysinge meer deckens ocht pleckens behoefde d(aer)af/
zoude tvoirs(creven) godshuys vand(er) came(re)n de dachhue(re)n gelden ende de/
voirs(creven) wy(n)ne den montcost en(de) alle tstroe dat vand(er) voirs(creven) goeden en(de)/
thienden come(n) sal dat sal de voirs(creven) wynne int voirs(creven) hof brenge(n)/
en(de) mest d(aer)af maken en(de) dat wed(er) op tvoirs(creven) lant vue(re)n slands meeste(n)/
p(ro)fijte en(de) n(er)ghens eld(er) uutgenome(n) dat de voirs(creven) wynne int leste/
jair vand(en) voirs(creven) termijne alle dmest dat dan liggen en(de) zijn sal
//
inde stallinge(n) vanden voirs(creven) hove vue(re)n sal moegen dair them/
genuegen sal tot zijne(n) p(ro)fijte oic sal de voirs(creven) wynne in tvoirs(creven)/
leste jair vanden voirs(creven) t(er)mijne moege(n) afvue(re)n vijfhondert/
walms en(de) sesse voed(er) oreten en(de) d(aer)mede zijn p(ro)fijt doen It(em) oft/
e(n)nige boome bynne(n) den voirs(creven) t(er)mijne op de voirs(creven) goede v(er)droeghde/
die sal de voirs(creven) wynne hebben en(de) d(aer) vore twee poten vanden selven/
arde wed(er) setten [It(em) oft e(n)nige boome bynne(n) den voirs(creven) t(er)mijne opt voirs(creven) goede verdroeghden die sal de voirs(creven) wyn hebben en(de) voer elken twee poten vanden selve(n) arnde setten]/
It(em) sal de voirs(creven) wynne jairlix de voirs(creven) t(er)mijne/
durende gelden en(de) betalen allen erf co(m)me(r) en(de) tzijs uut den voirs(creven)/
goeden jairlix gaende also dat den voirs(creven) godsh(uys) vand(er) came(re)n/
d(aer)bij egheen schade en geschiede en(de) oft bij gebreke van betalinge(n)/
des voirs(creven) wynne(n) opte voirg(eruerde) goede schade gedae(n) worde dat de/
voirs(creven) wyn die schade dragen en(de) gelden sall It(em) sal de voirs(creven) wy(n)ne/
de voirs(creven) goede jarl jairlix wynne(n) en(de) werve(n) wel en(de) loflijc gelijc/
zijnen reengenoten boven en(de) beneden en(de) die laten ten eynde vande(n)/
voirs(creven) t(er)mijne gelijc hijse vint tot zijne(n) aencomen Te weten es dat/
hij de storte en(de) oic de brake beide ongeackert en(de) geheel late(n) sal oic/
sal de voirs(creven) wynne ten lesten jare vande(n) voirs(creven) termijne [de voirs(creven) goede late(n)] ombeheymt (en)de o(n)bevreedt en(de) zo waer de voirs(creven) wynne inde voirs(creven) goede bynne(n) den/
voirs(creven) t(er)mijne e(n)nige schade name van gemeyne(n) oirloge of te(m)peeste/
d(aer)af sal tvoirs(creven) godsh(uys) hem rastoir doen gelijc and(er)en godshuys(en) he(re)n en(de)/
p(re)lat(en) hoe(re)n pechtene(re)n op en(de) ned(er) ge van gelik(en) ald(aer) doen sullen En(de)/
alle dese vorw(er)den geluft(en) en(de) condicie(n) bove(n) bescr(even) hebben geloeft/
de voirs(creven) proeftst en(de) wynne deen den and(ere)n vast en(de) gestede te/
houden talle(n) tiden en(de) t(er)mijne(n) alse vallen en(de) ve(r)schijne(n) selen/
en(de) telken t(er)mijne alse v(er)volghde schout Hier af zijn borgen/
des voirs(creven) wynne(n) alse p(ri)ncipale sculde(re)n ongesund(er)t en(de) elc/
voir all jan en(de) gielijs robbijns zij zone p(rim)us ema(ncipa)[ti] [en(de)] roelof/
stortbier zwager der selv(er) gebruede(re)n p(ri)mus wynge willem(air)/
ap(ri)lis xi
Nagekeken doormyriam bols
Moderatormyriam bols
Laatste update:: 2014-09-01 door kristiaan magnus