SAL7744, Akte: R°283.1-V°283.1 (539 van 573)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°283.1-V°283.1  
Act

Transcriptie

2020-08-05 door Dirk De Wever
Cond zij allen lieden dat henrick ghielijs van raetshoven/
henrick thearch van landenen henrick mertens ende/
gheerd snyders beide wonende tsente g(er)truden landenen/
sijn comen in teg(ewoirdicheyt) d(er) scepen(en) van loeven ende [hebben] genomen en(de)/
bekent dat zij genomen hebben vanden eerwerdigen he(re)n/
meest(er) vrancken halpont meester janne steenbeert [steinbier] and(er)s/
geheten van ludick en(de) h(ere)n herma(n)ne van elde(re)n cano(n)icken/
van ludick inden name ende van wegen der eerw(er)dig(er)/
cap(it)len van ludick de groote thiende van landenen/
ende de cleyn thiende van roeserdingen gelijck de selve/
eerwerdige cap(it)le de voirs(creven) thienden aldair houdende es Te houden ende te hebben nae gewoente ende/
usagien der secundarien kercken van ludick van sent/
jansmisse nu naestcomen(de) over een jair [dant zijn sal int jair xiiii[c] tween(de)vijftich] eenen t(er)mijn/
van neghen jaren lang deen na dand(er) sond(er) middel/
volgende Elx jairs dae(re)n bynnen om achten(de)tachte(n)tich/
mudden weyssincx en(de) vijfen(de)vijftich mudde spelten pacht/
va(n) ludick ende maten des grainiers vander voirs(creven) cap(it)len/
tsente andriesmisse apostels te betalen ende te ludick/
opten graynier vander voirs(creven) cap(it)len oft alsoe verre als landene(n)/
van ludic es daer der selver cap(it)len best genuegen sal op/
cost d(er) voirs(creven) pechtene(re)n te leve(re)n tot behoef der selver cap(it)len/
[den voirs(creven) he(re)n ende h(ere)nhenricke vanden huffle oic canoinck va(n)te ludick h(ere)n gielise de rode canoni(n)ck tsente peters te loeven] den voirs(creven) h(er) woute(re)n ende meest(er) ghijsbrechte mester vranck(en)/
meest(er) janne en(de) h(ere)n h(er)ma(n)ne voir(genoemt)
ja(n)nese van welle(n)s/
en(de) arnoldos gheist(er) [beide] rentm(eeste)rs d(er) voirs(creven) cap(it)len [van ludick] her henricke(n)/
vanden huffle canonic en(de) her gielise de rode
of den eene(n)/
van hen brenge(re) sbriefs alle jare den voirs(screven) t(er)mijn due(re)nde/
en(de) telken t(er)mijne alse vervolghde schout altoes nae/
gewoente der secundarien kercken van ludick gelijck/
voirs(creven) es Ende oic om twintich pont was alle jare/
den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde te sent andriesmesse ap(oste)ls te/
betalen op te vueghe gelijc voirscr(even) steet Item noch sele(n)/
betalen de voirs(creven) pechtene(re)n drie amen goets wijns/
gelijcmen die aldair gewoenlijc es te betalen deene/
ten iersten jare dande(re) int beghynsel vanden vierden jae(re)/
en(de) de derde ame d(air)af int beghijnsel vanden sevensten/
jare des voirs(creven) t(er)mijns of de weerde d(air)af gelijckme(n)/
goeden wijn ald(air) betaelt Item selen noch de voirs(creven)/
pechtene(re)n gheven en(de) betalen staphans int beghyinsel/
vanden iersten jare svoirs(creven) t(er)mijns alse voe(r) den lijfcoop/
thien oude schilde goet en(de) gheve en(de) int beghinsel vand(en)
//
sevensten jare vanden selven termijne oic voir lijfcoop/
vijf oude schilde Item selen de voirs(creven) pechtene(re)n betalen/
ende draghen sonder afslach ende af rekeni(n)ghe te doen/
vand(er) principaeld(er) so(m)men voirg(eruert) allen den last ende/
co(m)mer inde welke de voirs(creven) cap(it)len int [uut] ocsuyn/
vander voirs(creven) thienden in e(n)nig(er) manie(re)n besculdicht/
en(de) verbonden moacht zijn Item selen de pechtene(re)n/
alle jare den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde sculdich zijn/
een visitacie den he(re)n vander cap(it)len voirs(creven) te betale(n)/
op dat de selve he(re)n die nemen en(de) hebben willen/
Of elx jairs dair voe(r) op dat zij die visitacie niet/
hebben en wouden vier oude schilde It(em) de selve/
pechtene(re)n en selen niet moegen de voirs(creven) thienden e(n)nige(n)/
ande(re)n lieden uutgeven sond(er) consent vand(en) voirs(creven) he(re)n/
Ende alle dese vorwerden en(de) geluften hebben/
geloeft de voirs(creven) pechteners ongesund(er)t d(er) voirs(creven)/
eerwerdig(er) cap(it)len van ludic of den p(er)sonen bove(n)/
genoe(m)t of den eenen van hen breng(er) sbriefs tot/
der selv(er) cap(it)len behoef vast gestentich en(de) onv(er)brelic/
te houden en(de) die wail en(de) truwelijc te voldoen/
en(de) te volvue(re)n tallen tiden en(de) t(er)mijne(n) als die/
vallen en(de) verschijnen selen en(de) telken t(er)mijne alse/
vervolghde schout cor(am) abs(oloens) tymple junii vii
Nagekeken doorDirk De Wever , Dieter Peeters , kristiaan magnus , Inge Moris , Jos Jonckheer
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2013-01-08 door Sabrina Keyaerts