SAL7749, Akte: R°236.2-V°236.1 (1875 van 2637)
Akte R°236.2-V°236.1
Act
Datum: 1456-03-18
Taal: Nederlands
Transcriptie
2014-06-18 door Wilfried GeyskensRombout van gersmorte(r) en(de) jan coulon/
It(em) van alsulker handelingen en(de) gedinge als voe(r) meye(r) en(de) scepen(en)/
van loeven comen en(de) geweest es tuschen romboute van gers/
morte(r) als man en(de) momboir joffr(ouwe) lijsbetten erbarts voer weduwe/
pet(er)s wilen dele carite ter eenre zijden en(de) ja(n)ne coulon beleidt/
na des(er) stad rechte totten goeden gielijs crippeau t(er) ande(re) alse/
van zeke(re)r pechtingen en(de) hue(re)n van zeke(re)n vive(re)n en(de) wate(re)n die/
de voirs(creven) gielijs eenen zeke(re)n t(er)mijn gehouden heeft tot petit roelx/
voe(r) zeke(re) jairgulde en(de) leveringe d(aer)inne hem de voirs(creven) gielijs [hem] en(de) zijn/
goede verbonden hadde alse verre de selve zijn goede ald(aer) ond(er) den hof/
h(ere)n yngelbeerts de le neufrue te froimont gelegen zijn en(de) d(aer)voe(r)/
oic collart crippiau brued(er) des voirs(creven) gielijs gesproken hadde en(de) borge/
bleven was opdoende de voirs(creven) rombout dat voe(r) tgebreck d(er) selv(er)
//
pechtingen de voirs(creven) verbondene goede zo verre verhandelt geweest zijn met/ rechte en(de) met vier oft vijf genechten van rechte dat die uutgewo(n)nen/ en(de) vercocht zouden zijn geweest ten wae(re) dat de voirs(creven) h(er) ingbrecht/ met zijnre beden tvoirs(creven) vercoepen verhouden hadde en(de) dat de voirs(creven)/ gielijs geloefde zijn voirs(creven) p(ar)tie te (con)tente(re)n zond(er) e(n)nige vrijheit oft/ gewee(r) daer tegen te suecken of dat hij (con)senteerde tvoirtvaren vanden/ vercoepen(en) voirs(creven) Seggende noch de voirs(creven) rombout hoewail philips/ h(er)man alse geleidt na den rechte d(er) stad van bruessel tot des selfs/ gielijs goeden hadde zeker scriven t(er) (con)trarien verworven So wardt dat/ met ande(re)n brieven d(er) stad van bruessel afgesteelt en(de) geconsenteert/ te moegen voirtvae(re)n Ende vanden voirs(creven) geschille der gebreke des/ voirs(creven) wy(n)nen waer oic een seker seggen geseit en(de) voir recht uut/ gesproken in tegewoirdicheid(en) van p(ar)tien die dat beliefden en(de) geloefde(n)/ tond(er)houdene Biedende de voirs(creven) rombout alle dese poenten met/ scepen(en) brieven en(de) met wethoude(re)n te thoenen en(de) metten [minsten] etc(etera)/ hopende waer hij dat thoende dat hem zijn voirs(creven) gebreke voldaen/ souden worden oft dat hij voirtvae(re)n soude moegen daer de sake/ zo verre verhandelt wae(re) gelijc voirger(uert) steet Den voirs(creven) ja(n)ne/ d(aer)op andwerdende en(de) t(er) (con)trarien houdende dede seggen dat den/ voirs(creven) gielise zijn vorwerden niet gehouden en wae(re)n en(de) dat hij/ al meest voldaen hadde dwelc hem te gheenen afslage tot h(ier)toe/ en hadde comen gecomen Biedende te thoenen dat de joffr(ouwe) en(de)/ collard voirs(creven) omtrint paesschen lestleden de vivers gevischt/ hadden en(de) dat de joffr(ouwe) de p(ro)fijte [d(aer)af] en(de) ande(re) thoirw(er)t hadde/ getogen gedragende alsoe hij die groetste xl pet(er)s of d(aer)omtrint/ wedersprekende oic tvoirs(creven) verbond en(de) zegg(er)scap met alrehanden/ reden(en) luttel oft niet inden rechte alsoe dat namaels bleeck wegen(de)/ Na den welken beide de p(ar)tien thoiren bethoene gewijst zijnde heeft/ de voirs(creven) rombout op heden gethoent met scepen(en) en(de) scepen(en) brieven/ shoefs van froitmont voirs(creven) des hij hem vermeten hadde den/ voirs(creven) ja(n)ne in zijnen thoeniss(en) almeest suenende en(de) zijns v(er)mets/ niet volcomende Es na behoirlike maniss(e) tvo(n)niss(e) d(er) scepen(en) van/ loeven gegaen dat zij de sake wed(er) setten inden hof voirt ald(aer)/ recht te geven en(de) te nemen Act(um)f(eria) v m(ar)tii xviii cor(am) eisd(em)/
//
pechtingen de voirs(creven) verbondene goede zo verre verhandelt geweest zijn met/ rechte en(de) met vier oft vijf genechten van rechte dat die uutgewo(n)nen/ en(de) vercocht zouden zijn geweest ten wae(re) dat de voirs(creven) h(er) ingbrecht/ met zijnre beden tvoirs(creven) vercoepen verhouden hadde en(de) dat de voirs(creven)/ gielijs geloefde zijn voirs(creven) p(ar)tie te (con)tente(re)n zond(er) e(n)nige vrijheit oft/ gewee(r) daer tegen te suecken of dat hij (con)senteerde tvoirtvaren vanden/ vercoepen(en) voirs(creven) Seggende noch de voirs(creven) rombout hoewail philips/ h(er)man alse geleidt na den rechte d(er) stad van bruessel tot des selfs/ gielijs goeden hadde zeker scriven t(er) (con)trarien verworven So wardt dat/ met ande(re)n brieven d(er) stad van bruessel afgesteelt en(de) geconsenteert/ te moegen voirtvae(re)n Ende vanden voirs(creven) geschille der gebreke des/ voirs(creven) wy(n)nen waer oic een seker seggen geseit en(de) voir recht uut/ gesproken in tegewoirdicheid(en) van p(ar)tien die dat beliefden en(de) geloefde(n)/ tond(er)houdene Biedende de voirs(creven) rombout alle dese poenten met/ scepen(en) brieven en(de) met wethoude(re)n te thoenen en(de) metten [minsten] etc(etera)/ hopende waer hij dat thoende dat hem zijn voirs(creven) gebreke voldaen/ souden worden oft dat hij voirtvae(re)n soude moegen daer de sake/ zo verre verhandelt wae(re) gelijc voirger(uert) steet Den voirs(creven) ja(n)ne/ d(aer)op andwerdende en(de) t(er) (con)trarien houdende dede seggen dat den/ voirs(creven) gielise zijn vorwerden niet gehouden en wae(re)n en(de) dat hij/ al meest voldaen hadde dwelc hem te gheenen afslage tot h(ier)toe/ en hadde comen gecomen Biedende te thoenen dat de joffr(ouwe) en(de)/ collard voirs(creven) omtrint paesschen lestleden de vivers gevischt/ hadden en(de) dat de joffr(ouwe) de p(ro)fijte [d(aer)af] en(de) ande(re) thoirw(er)t hadde/ getogen gedragende alsoe hij die groetste xl pet(er)s of d(aer)omtrint/ wedersprekende oic tvoirs(creven) verbond en(de) zegg(er)scap met alrehanden/ reden(en) luttel oft niet inden rechte alsoe dat namaels bleeck wegen(de)/ Na den welken beide de p(ar)tien thoiren bethoene gewijst zijnde heeft/ de voirs(creven) rombout op heden gethoent met scepen(en) en(de) scepen(en) brieven/ shoefs van froitmont voirs(creven) des hij hem vermeten hadde den/ voirs(creven) ja(n)ne in zijnen thoeniss(en) almeest suenende en(de) zijns v(er)mets/ niet volcomende Es na behoirlike maniss(e) tvo(n)niss(e) d(er) scepen(en) van/ loeven gegaen dat zij de sake wed(er) setten inden hof voirt ald(aer)/ recht te geven en(de) te nemen Act(um)
Nagekeken door: Inge Moris
Moderator: Inge Moris
Schepenen
- Stephanus Smacht
- Raes vanden Borchoven
- Henrick van Lyntre
- Lodewijck vanden Meersberghe
Laatste update:: 2011-05-30 door Leo Fabriek