It(em) desen brief hebben de voirs(creven) gehuysschen bekend te dier meyni(n)gen/wairt dat de voirs(creven) cornelijs d(er) voirs(creven) katlijnen zijnen wive ov(er)/leefde dat hij dan zijnen vryen wille soude moegen doen/met den goeden hier ond(er) bescreven aengesien dat zij die te/samen gecocht en(de) gecregen hebben met zijns vad(er)s zeke(re)n/gelde gecomen van des vors(creven) cornelijs pat(ri)monien goeden/die zij tsamen d(aer)om vercocht hebben hadden ende oft de selve/katlijne den voirs(creven) cornelise hoe(re)n man ov(er)leefde dat zij dan/oic desgelijcx hoe(re)n vryen wille doen zoude moegen met/den selven goeden gelijc die hierna volgen te weten ierst/met eene(n) huise en(de) hove met den wijng(ar)de en(de) ande(re)n zijne(n) toebeh(oirten)/gelegen over de veem(er)ct tuschen de goede joffr(ouwe) g(er)truden van/oirbeke en(de) h(er)jans kemel camonicks ts(in)te pet(er)s te loeven It(em) met/twee mudden corens d(er) maten van loeven erflicx pachts aen en(de)/op huys en(de) hof met zijnre toebehoirten des voirs(creven) geldolfs/vand(er) lynden gelegen neven tvoirs(creven) huys en(de) hof alre naest/den huise zeg(er)s wilen slechtwercks It(em) met alle d(er) haven/en(de) vliegenderven die na den eenen van hen yerst aflivich /wordende bliven zelen eisd(em)