SAL7749, Akte: V°168.5 (1344 van 2637)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°168.5  
Act
Datum: 1456-01-17
TaalNederlands

Transcriptie

2012-05-15 door Wilfried Geyskens
It(em) Nadat marie docht(er) en(de) e(n)nich erfgenae(m) also zij seide henricks [jacobs] wilen smeng(er)s beclaeght/
en(de) te recht betogen heeft ja(n)ne bone vorste(r) eysschende den selven ja(n)ne na daflivich(eit) hoirs/
vad(er)s eenen gulden(en) ryder die hij den voirs(creven) hoe(re)n vad(er) sculdich bleven ware van/
goed(er) wettig(er) schout deylende des den eed etc(etera) d(aer) op de voirs(creven) jan antwerdende kynde/
en(de) lijdde m[a]er sculdich te zijne (½) ryder bieden(de) vanden surpluse zijn onschout en(de)/
eed So es d(aer)af mids voirgaend(e) maniss(e) tvo(n)niss(e) d(er) scepen(en) van loeven gegae(n)/
so waer de voirs(creven) jan zijn o(n)schout niet en dede alsoe hij geboden hadde ten/
opstane vanden gerichte dat de voirs(creven) marie hoiren eysch verreyct hebben zoude/
Cor(am) j(aspar) abs(oloens) borch(oven) lynt(re) hortbeke meersb(er)ge sabb(at)o ja(nuarii) xvii
//
Nagekeken doorInge Moris
ModeratorInge Moris

Schepenen

  • Jaspar Absoloens
  • Raes vanden Borchoven
  • Henrick van Lyntre
  • Michiel van Hortbeke
  • Lodewijck vanden Meersberghe
Laatste update:: 2011-05-19 door Leo Fabriek