SAL7750, Akte: R°160.1-V°160.1 (1299 van 2967)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°160.1-V°160.1  
Act
Datum: 1456-12-11
TaalNederlands

Transcriptie

2014-07-02 door kristiaan magnus
Vanden he(re)n van fosse en(de) /
henricken van preille/
Het zijn comen te rechte h(er)jan fellarts vicedeken h(er) bouden van/
mosmale en(de) h(er) aubeert van releghem canonicken inden name/
en(de) van weghen d(er) cap(it)len van foss(e) die na den rechte der stad van/
loeven beleidt zijn tot allen den goeden have en(de) erve henrix van/
preilles in deen zijde en(de) de selve henrick in dande(re) Aldaer/
de voirs(creven) he(re)n opgedaen hebben dat tusschen hen en(de) den voirs(creven)/
henricken een uuterlike rekeni(n)ge gedaen en(de) gesloten ware/
opten xviii[sten] dach van julio lestleden van all tghene des/
doen t(er)tijt tuschen hen uutstont alsoe dat de voirs(creven) henrick/
sculdich en(de) tacht(er) bleef in reste xxvi mudde en(de) xx dousinen/
harts corens Seggende voert dat de selve henrick rekende/
betaelt div(er)se p(er)sonen [p(ar)tien] aen h(ere)n lambrechte talleer en(de) h(ere)n janne/
noerart canonicken der voirs(creven) collegien Doende voirt seggen/
de voirs(ceven) he(re)n dat de voirs(creven) henrick bonen dat zijn goede/
hue(r) in handen stonden voe(r) tvoldoen vand(en) vorwerden ende/
pachtingen vanden goeden en(de) thienden d(er) voirs(creven) cap(it)len gelege(n)/
te aynines e(n)nige vanden selven goeden uuten lande gevuert/
en(de) ontvrymdt hadde en(de) zijnen p(er)soen vluchtich gemaict en(de)/
tot dien hem gepijndt de goede die hij alnoch in brabant hadde/
uut ocsuyne der voirs(creven) pechtingen of van hem selven den voirs(creven)/
h(ere)n te doen ontrecken by machte van beleide die hij hadde/
bekynt op zijn goede te loeven en(de) te bruessel En(de) voer dbeleid/
der voirs(creven) h(ere)n Niet tegenstaende dat hij openbairlic geloeft hadde/
en(de) gesworen ten tide vanden vorwerden der voirs(creven) he(re)n dat hij/
hem metten voirs(creven) beleiden hem niet behulpen en zoude noch den/
voirs(creven) he(re)n letsel doen of laten geschien Vanden welken zij hen/
gedroegen tot den registre dat begripende en(de) brieven d(aer)af gescr(even)/
of talsulker konden alse hen d(aer)toe behoeven zoude Hopende/
d(aer)om dat de voirs(creven) henrick hen voldoen zoude vanden voirs(creven)/
reste der voirs(creven) rekeni(n)gen en(de) dat zij hen van dien en(de) allen/
ande(re)n gebreken aen hem uutstaende richten zouden aen alle/
tghene des den voirs(creven) henricken uut saken d(er) voirs(creven) pechtingen en(de)/
and(er)s toebehoirde en(de) oic aen den p(er)soen desselfs gemerct den/
poenten van vluchtich(eit) en(de) gebroken(en) geluften en(de) zekerheid(en) voirg(enoemt)/
Sunderlinge om deswille dat biden rade vand(er) stad onlanghs/
get(er)mineert wae(re) dat de voirs(creven) henrick ten versuecke d(er) voirs(creven)/
he(re)n gehouden bliven zoude tot d(er) uutdracht vanden rechte/
hen des oic getroestende tot d(er) voirs(creven) t(er)mi(n)acien Daer tegen/
de voirs(ceven) henrick dede verantwerden dat hij den voirs(creven) he(re)n tsluyte(n)/
der voirs(creven) rekeni(n)gen ontkinde en(de) zeide dat de voirs(creven) he(re)n hem/
onlanghs leden geconsenteert hadden voe(r) gedeputeerde vand(er)/
stad rade te moegen rekenen en(de) bewijsniss(en) doen vanden
//
naestvoirleden(en) tween jae(re)n Dwelck hij ae(n)genome(n) hadde en(de)/
gep(rese)nteert den selven he(re)n d(aer)af goede vestich(eit) te doen ende/
vanden costen die hij alnoch p(rese)nteerde En(de) tot dien af te/
doen alle beleide van loeven(en) en(de) bruessel die hij op zijn goede/
hadde en(de) den voirs(creven) he(re)n (con)trarie(re)n zouden moegen Welke/
poenten van ov(er)gevene en(de) p(rese)ntacien hij boet te thoenen Seggen(de)/
oic dat hij [voer] hue(re) schout niet vluchtich geweest en wae(re) Hopen(de)/
mids desen dat de voirs(creven) he(re)n hue(re) hande lichten zouden vand(en)/
vruchten der voirs(creven) thienden en(de) ande(re)n zijnen goeden en(de) die/
den voirs(creven) henricke due(re)nde den tijt van zijnre pechtinghen/
laten volgen Op dwelke de voirs(creven) he(re)n repliceerden dat zij/
met alsulker manie(re)n uutden rechte van hue(re)n scepen(en) brieve(n)/
niet getogen oft aenden hue(re)n gepraempt en souden werden/
hen na alle gelegenth(eit) getroestende tot den rechte Alsoe/
dat hier op beide de p(ar)tien thue(re)n thoeniss(en) gewijst/
zijnde de voirs(creven) he(re)n yerst ond(er) meer ande(re) poenten va(n)/
hoe(re)n v(er)mete thoenden tsluyten vand(er) voirs(creven) rekeni(n)gen en(de)/
dat de voirs(creven) henrick d(aer) mede te vreden was Thoenende/
d(aer)na de voirs(creven) henrick met den burg(er)meest(er) en(de) e(n)nigen/
gedeputeerden uut der stad rade tvoirs(creven) (con)sent ende/
ov(er)geven d(er) voirs(creven) he(re)n na tsluyten vand(er) voirs(creven) rekeni(n)gen/
gedaen en(de) dae(n)nemen vanden voirs(creven) (con)sente en(de) de p(rese)ntacie/
vand(er) vesticheit voirscr(even) te doene Alsoe dat uuterlic de he(re)n/
scepen(en) gemaent vanden rechte hebben gewijst voe(r) een vo(n)niss(e) datmen de voirs(creven) he(re)n houden sal inde macht/
van hue(re)n beleide en(de) scepen(en) brieven tot d(er)re tijt toe/
dat de voirs(creven) henrick den selven he(re)n goede vesticheit/
sal hebben gedaen de voirs(creven) p(rese)ntacie te voldoen(e) en(de) voirt/
tot dat de selve henrick den voirs(creven) zeke(re)r sal hebben gesett/
vand(en) vorwerden der pechtingen der goede en(de) thienden/
d(er) voirs(creven) he(re)n hen te voldoene due(re)nde den tijt vanden/
jaerschae(re)n d(er) selver P(rese)ntib[(us)] o(mn)ib[(us)] scabinis ex(cep)[to] ludo(vi)[co]/
roelofs sabbato dec(embris) xi/
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer

Schepenen

  • Jan de Witte vrancx sone
  • Jan van Beert
  • Jacop Uten Lyeminghen
  • Aert Vynck
  • Joannes Mercels
  • Andries de Nausnijdere
Laatste update:: 2011-06-09 door Bart Thoelen