Desen brief salmen gheven janne van ha(m)me als hijten beg(er)t maer of/ hijs niet en haelde by(n)nen zinen leven(e) zo salmen dien na zijn doot / laten volgen den voirs(creven) p(er)sonen om alle zijn goede na hem bliven(de)/ te doen volgen na zijn doot en(de) zijns wijfs doot m(ar)grieten docht(er) / wout(er) welts die hij heeft van [wilen] katlijnen zinen wive docht(er) des voirs(creven)/ jans en(de) of de selve m(ar)griete aflivich wordde voer hoe(re)n vader oft/ moeder so salmen behulp doen den naesten leven(de) vanden voirs(creven) janne/ van ha(m)me en(de) zinen wiven dat elcken van hen volge des hem na den/ landrechte inde voirs(creven) goede behoe(re)n [soude] waert dat de selve jan van wettige(n)/ bedde wae(re) eisd(em)