Item na dat reynuard ruttart meye(r) s(ain)t andrieu op heden tsijnen thoeniss(e)/ gewijst es tegen janne hannart als geleidt tot den goeden jans natuerlic/ soen lodewijcks wilen van donglebeert So es comen de voirs(creven) jan ha(n)nart/ voe(r) scepen(en) van loeven en(de) heeft den voirs(creven) reynuarde gekend alle de pu(n)ten/ die hij in zijnre aenspraken by geleeght hadde en(de) v(er)meten te thoenen/ ov(er)gevende den voirs(creven) reynuarde dese kynniss(en) hem te dienen inden rechte/ inder manie(re)n oft hij die voirs(creven) punten behoirlic gethoent hadde Cor(am)/ kersmake(re) cokeroul aug(usti) xviii