It(em) na dat de vors(creven) / roeland den vors(creven) / gheerde mids gebreke / d(er) betali(n)g(en) vand(en) vors(creven) / ix rinsch guld(enen) voe(r) den burg(er)meest(er) ontboden heeft gehadt So heeft de vors(creven) roeland t(er) liefd(en) vand(en) burg(er)meest(er) den vors(creven) gheerde / d(aer) af noch dach en(de) verst gegeve(n) tot viii dage na s(in)[te] m(er)tensmesse naestc(omende) En(de) zo v(er)re hij de selve schout alsdan / niet en betaelde en(de) de vors(creven) roeland d(aer) om moeste wed(er) hier bleef liggen(de) en(de) v(er)volgh doen moeste So heeft de selve / gheerd geloeft den voirs(creven) roelande zine(n) redeliken cost te gheve(n) zo lange hij d(aer) om uut wesen sal en(de) alsdan es hem bijd(en) / burg(er)meest(er) mids des vors(creven) es toegeseeght corte expedicie van rechte en(de) pe(n)ninghe te doen cor(am) a(m)bob(us) burg(i)m(a)g(ist)ris oct(obris) xxvi a(nn)[o] lix