Item vanden geweest gedinghe dat geweest es tuschen henricke cruypelant/ als proest sgoidshuys van bigaerden ende inden name desselfs goidshuys/ in deen zijde ende henricke ende janne merte gebruede(re)n die geleidt zijn tot/ den goeden have ende erve mychiels de raet in dande(re) Aldair de voirs(creven) proefst/ settende aleer huygen van udekem voirspreke teenen borghe om zijn voirs(creven)/ wederp(ar)tie met eenen gedinge te moegen gestaen den selven geleidden/ aensprac seggende dat peter de raet svoirs(creven) mychiels vader and(er)wile/ zeke(re) goede verpacht hadde tegen tvoirs(creven) goidshuys dairaf hij zeke(re)n pacht/ noch tachter ende in gebreke wae(re) voe(r) welke gebreck de voirs(creven) proefst zeke(re)/ vruchten vanden selven sgoidshuys goeden beslagen hadde ende hoepte mids/ dien dat hij zijn gebreck dair aen volgen soude oft dat de geleidde hem d(aer)af/ cuelen souden te voerder want de voirs(creven) peter vluchtich was gelijc hij boet te/ thoenen den voirs(creven) geleidden dair op andwerden(de) dat zij hoepten dat hen de/ voirs(creven) aensprake gheen onstade doen en soude na de heerlicheit onss gened(ichs) hee(re)n/ en(de) den rechte van des(er) stad gem(er)ct dat de vruchten die hij beslagen hadde lagen/ bynnen platen des voirs(creven) mychiels ende niet des voirs(creven) goidshuys ende de vors(creven)/ mychiel wae(re) hen wel sculdich van wettig(er) schout lxxv gulden pet(er)s des zij/ kuene wae(re)n tot hue(re)n eed ende de geheel have en wae(re)cinne half also goet also/ zij zeiden Seyden oic dat de voirs(creven) pachtgoede lagen wail gewonnen ende/ besaeyt ende pu(n)teerden hoe(re) hande dair af te doen ende den goidshuise te/ laten volgen met meer reden(en) die zij in beide zijden opdeden en(de) allegeerd(en)/ So hebben de scepen(en) van loeven t(er) maniss(e) smeyers gewijst dat alsulken/ aensprake als de voirs(creven) proefst gedaen hadde tot den voirs(creven) geleidden den/ selven geleidden gheen onstade doen en sal behoudelic der pu(n)tacien/ die zij gepu(n)teert hebben cor(am) witte beert m(er)cels coelen oct(obris) xxi