It(em) alzoe als ten vervolghe jorijs arnds henricks ydeletten en(de) henrix/ boels alse geleidt va(n) ov(er)langh totten goeden goirds wilen ve(re)nodylien/ gescr(even) es geweest den meye(re) van hev(er)le of zinen stadhelde(re) te bedwi(n)ge(n)/ wille(m)me buyssacks zijn hande te doen van zo(m)migen d(er) voirs(creven) goeden/ te weten van huysen hove metten landen d(air)aen renende en(de) ande(re)n/ zine(n) toebeh(oirten) den voirs(creven) goeden toebehoiren(de) [gelegen te belanden(en) op te cruysst(ra)te ald(air)] en(de) die te leve(re)n den voirs(creven)/ geleidden tot behoef van hue(re)n gebreken die gedragen alsoe zij seggen/ omtrint xviii rijnsch gulden(en) en(de) meer bescheiden(de) den voirs(creven)/ wille(m)me dach van rechte [mids v(er)strikene van genechte dienen(de)] op heden te mistide alhier voe(r) meye(re) en(de)/ scepen(en) aldair hij niet gecompareert en es den voirs(creven) geleidde(n)/(com)pare(re)nde en(de) trecht v(er)zuekende So es tvo(n)niss(en) d(er) scepen(en) van loeve(n)/ gegaen dat [men] den selven geleidden vand(en) voirs(creven) goeden houden sal/ in hue(re)n beleide alsoe v(er)re alst noch voe(r) hen comen es cor(am)/ scabinis in sca(m)pno sdijsd(aighs) ja(nuarii) xx