SAL7754, Akte: V°128.2 (300 van 786)
Akte V°128.2
Act
Datum: 1460-11-07
Transcriptie
2022-10-21 door Kris GroffenItem jan seha als man en(de) momboir marien weduwe godscalcx wilen/co van cokeroul welc wilen godscalc anderwilen heeft genomen te/
pachte tegen den goidshuise vander rameyden [seke(re)] desselfs goidshuys/
goede [en(de) thiende] te piet(er)hain [en(de) d(air) omtrint] gelegen eenen zeke(re)n t(er)mijn noch duerende es/
comen voe(r) scepen(en) van loven(e) en(de) heeft aldair ov(er)gegeven en(de) bekende/
ov(er)gegeven te hebben jacobbe van dongelberghe de voirs(creven) pechtinge/
om biden zelven jacoppen die voertaen te hebben en(de) te houden den/
voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde op allen lasten vorwerden ende condicien gelijc/
de voirs(creven) godscalc die genomen hadde Behoudelic dat de vors(creven)/
jacob die yerst aenveerden sal te halfmerte naestcomen(de) en(de) dat/
de voirs(creven) jan trecken sal alle de renten en(de) p(ro)fiten en(de) betalen/
allen pachten en(de) lasten die dairaff alsdan verschenen en(de) gevallen/
zelen zijn Sal oic de zelve jan zijn p(ro)fijt doen moegen met/
allen den stroe en(de) meste vanden zelven goeden gecomen tot halfm(er)te/
toe voirscr(even) en(de) desgelijcx traepsaet dair op nu besaeyt zijnde zal/
hij oic ten behoirliken tide te hemwaert moegen trecken mair in/
gheene ande(re) vruchten na den voirs(creven) halfmerte en sal hij recht hebben/
En(de) des zal hij hie(re)ntuschen gehouden zijn eens o(m)me te doen xii/
boende(re)n braken en(de) vi boende(re) storten vanden landen den voirs(creven) landen goede(n)/
toebehoe(re)nde [gelovende de voirs(creven) p(ar)tien h(ier)af malcande(re)n inne te staen en(de) warant te zijne tege(n) ene(n)yegelike(n)] lyemi(n)ghen colen nove(m)br(is) vii
Nagekeken door: Jef Willemsens
Moderator: Jef Willemsens
Laatste update:: 2019-03-11 door The Administrator