It(em) claes van holland coopma(n) va(n) schilderien heeft gekend/ dat hem jan marien schilde(r) vollev(er)t heeft twee rieme(n)/ gemaels wercks die hem vielen ts(in)t jansmesse lestled(en)/ van dien xii rieme(n) wercks die hem de voirs(creven) ja(n) geloeft/ heeft te leve(re)n gelijc steet ja(nuarii) xv lestleden den voirs(creven) ja(n)ne/ van dien twee riemen volcomelic quijtscelden(de) Ende de/ selve jan heeft wed(er)om bekend dat hem de voirs(creven) claes/ d(aer)af gegeven heeft iiii rijnsch gulden(en) gereet ende/ iiii rijnsch gulden(en) afgeslegen van dien xxiiii rijnsch/ gulden(en) die hij den voirs(creven) clase sculdich was gelijc/ de voirs(creven) gelufte vand(er) leveri(n)gen begrijpt cor(am) witte/ zande julii iii[a]