SAL7759, Akte: R°274.2-V°274.1 (732 van 753)
Akte R°274.2-V°274.1
Act
Datum: 1470-06-14
Transcriptie
2023-01-29 door Karel EmbrechtsIt(em) vanden gedinghe dat geweest es voe(r) meye(re) en(de) scepen(en) van loeven tuschen/
wille(m)me de wyn alse p(ro)cureur jans va(n) bollair ketelbueters in deen/
zijde en(de) wille(m)me van daelhem zwagher svoirs(creven) jans ter ande(re)/
alse van zek(ere)n haefliken goeden den voirs(creven) janne toebehoirende de/
welcke de voirs(creven) willem aengeveerd hadde zom te lombairden te/
thienen en(de) zom ten huyse svoirs(creven) jans en(de) die verthiert ende/
verhandelt zonder recht oft oic wille desselfs jans also hij boot te/
thoenen eysschende dair om vanden selven goeden restitucie te hebbe(n)/
vanden voirs(creven) wille(m)me Seggende oic dat de selve willem hem/
and(er)wile twee bruwketele uut zijnen handen getoghen en(de) foirtselic/
ontweldicht hadde en(de) hem in dien ontreckene en(de) ontweldighene/
gequetst ende gewond aen zijn hand gelijc hij oic boed te thoenen/
eyschende dairaf oic bet(er)nisse en(de) alsulke als de scepen(en) wijsen/
souden Dairop de voirs(creven) willem hem v(er)antw(eer)de zeggende alse/
vanden lesten poente datmen nu(m)mermeer bevynden en soude dat/
hij janne voirs(creven) yet gequetst hadde en(de) als vanden ande(re)n zeyde/
hij dat hij daer inne meynde niet gehouden te wesen want hij de goede/
bij hem aengeveerd gequeten en(de) aengeveerd hadde bij consente svoirs(creven)/
jans en(de) die voerts met rechte gehandelt en(de) vercocht inder stad/
van thienen met den stake na den rechte ald(air) welcke goede de selve
//
jan zijn zwagher hadde moegen quiten hadt hem gelieft des hij niet en/ dede en(de) also waerden en(de) bleven de selve goede vercocht voe(r) de so(m)me va(n)/ xliii licht gulden(en) x stuv(er)s voe(r) den gulden(e) en(de) vijf stuv(er)s min een ort/ En(de) van dien pe(n)ninghen hadde hij gegeven xxx licht gulden(en) te lomb(ar)den/ voe(r) tquiten der selver goede aldair zo vanden principalen gelde zo vande(n)/ perssem en(de) tsurplus hadde hij gegeven in svoirs(creven) jans schult d(air)voe(r)/ hij willem borghe was en(de) es te weten arnde meys den jonghen/ in mind(er)niss(e) van alsulken veertich gelike gulden(en) als de selve jan en(de)/ willem als zijn borghe hem sculdich zijn dair op willem voerts van/ zijns selfs goede betaelt heeft tot xx gulden(en) toe en(de) dande(r) xx staen/ noch te betalen Van welcken poenten de voirs(creven) willem thoeniss(e) byleide/ p(rese)nte(re)nde den voirs(creven) janne goede rekeninghe ende bewijs te doen vanden/ voirs(creven) goeden en(de) verhandelinghen der selv(er) also dat de voirs(creven) willem/ gewijst was tsijnen thoenisse des hij zo bij certificacien van thienen/ zo bij levender wairheit genoech volquam Den voirs(creven) janne of zine(n)/ p(ro)cureur oic ten thoenisse gewijst zijnde zijns thoeniss(e) gheenssins/ volcomende so hebben de scepen(en) van loeven ter manissen smeyers/ gewijst voer een vo(n)nisse dat de voirs(creven) willem ongehouden sal zijn/ van alsulker aenspraken alse de voirs(creven) jan oft zijn p(ro)cureur te hemw(er)t/ gedaen heeft behoudelic dat hij gehouden zijn sal hem vanden/ voirs(creven) vercochten goeden goede rekeninghe ende bewijs te doen cor(am)/ eisd(em)
//
jan zijn zwagher hadde moegen quiten hadt hem gelieft des hij niet en/ dede en(de) also waerden en(de) bleven de selve goede vercocht voe(r) de so(m)me va(n)/ xliii licht gulden(en) x stuv(er)s voe(r) den gulden(e) en(de) vijf stuv(er)s min een ort/ En(de) van dien pe(n)ninghen hadde hij gegeven xxx licht gulden(en) te lomb(ar)den/ voe(r) tquiten der selver goede aldair zo vanden principalen gelde zo vande(n)/ perssem en(de) tsurplus hadde hij gegeven in svoirs(creven) jans schult d(air)voe(r)/ hij willem borghe was en(de) es te weten arnde meys den jonghen/ in mind(er)niss(e) van alsulken veertich gelike gulden(en) als de selve jan en(de)/ willem als zijn borghe hem sculdich zijn dair op willem voerts van/ zijns selfs goede betaelt heeft tot xx gulden(en) toe en(de) dande(r) xx staen/ noch te betalen Van welcken poenten de voirs(creven) willem thoeniss(e) byleide/ p(rese)nte(re)nde den voirs(creven) janne goede rekeninghe ende bewijs te doen vanden/ voirs(creven) goeden en(de) verhandelinghen der selv(er) also dat de voirs(creven) willem/ gewijst was tsijnen thoenisse des hij zo bij certificacien van thienen/ zo bij levender wairheit genoech volquam Den voirs(creven) janne of zine(n)/ p(ro)cureur oic ten thoenisse gewijst zijnde zijns thoeniss(e) gheenssins/ volcomende so hebben de scepen(en) van loeven ter manissen smeyers/ gewijst voer een vo(n)nisse dat de voirs(creven) willem ongehouden sal zijn/ van alsulker aenspraken alse de voirs(creven) jan oft zijn p(ro)cureur te hemw(er)t/ gedaen heeft behoudelic dat hij gehouden zijn sal hem vanden/ voirs(creven) vercochten goeden goede rekeninghe ende bewijs te doen cor(am)/ eisd(em)
Nagekeken door: Jef Willemsens
Moderator: Jef Willemsens
Laatste update:: 2016-04-26 door Xavier Delacourt