SAL7759, Akte: V°13.1 (41 van 753)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°13.1  
Act
Datum: 1469-07-10

Transcriptie

2021-11-18 door kristiaan magnus
It(em) arnd lambrechts soen wilen arnds heeft genomen van roeloven/
roelofs alsulken lande alse hij heeft tot breyeshem en(de) plaghen toe/
te behoiren janne kijnen gedragende tsamen xxx dachmail of d(aer)omtr(ent)/
gelijc de voirs(creven) arnd die voe(r) vanden selven janne en(de) laureyse vand(er)/
mee(re) zijnen behuwden sone gehouden heeft Te houden te hebben/
en(de) te wynnen van halfmerte lestleden eenen t(er)mijn van vier jae(re)n/
langh elcx jairs dae(re)nbynnen voe(r) en(de) om twee sacke tarwen/
en(de) sessentwintich sacken en(de) vier halst(ere)n rogs beide goeds en(de) payabels/
corens alsulcx als daer mede deen pechtene(re) den ande(re)n ald(aer) va(n)/
pachtlande betalen mach en(de) om twee halster erwiten en(de) een halst(er)/
raepsaets oic beide goeds en(de) payabels grayns en(de) al der maten/
van thienen tsente andriesmisse apostels te betalen en(de) te loeven/
te leve(re)n alle jaire den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde en(de) telken t(er)mijne alse/
vervolghde schout Voerts es vorwerde dat de voirs(creven) wyn bove(n)/
den voirs(creven) pacht en(de) zonder afslach desselfs betalen sal jairlicx/
alsulcken zack corens alsmen vanden voirs(creven) goeden sculdich es der/
capellen van breyeshem Ende dat hij de selve goede wel ende/
loflic wynnen werven en(de) mesten sal den vors(creven) tijt due(re)nde ten/
minsten gelijc reengenoten boven en(de) beneden en(de) te zijne(n) afscheide(n)/
laten den winteraert wel en(de) loflic besaeyt op vier getidege vore(n)/
en(de) dande(re) goede also hij die vand doen hijse yerst aenveerde/
En(de) hij en sal gheene vanden voirs(creven) landen moegen hoervruchten/
bynnen zijnen lesten drrie drie jairen abs(oloens) vynck julii x
Nagekeken door
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2016-04-05 door Xavier Delacourt