SAL7759, Akte: V°235.2-R°236.1 (628 van 753)
Akte V°235.2-R°236.1
Act
Datum: 1470-04-11
Transcriptie
2023-01-12 door Karel EmbrechtsIt(em) h(er) [meester] bertelmeeus philippi geheten van middelborgh prieste(r) heeft/
opgedraghen met rechter verthijenissen de helicht van een(en) savoire/
met den dijcken dair om gaende also tselve savoir met zijnen dijcken/
aldair besloten es met eenen gestijpte alo(m)me met den gebruycke/
vander poirten ald(aer) staende daer dwater onder loept dat int/
voirs(creven) savoir compt en(de) vanden ganghe van dier poirten tot den/
savoire voirs(creven) gelijc tselve savoir gelegen es in allen zijden/
tusschen de goede svoirs(creven) h(er) bertelmeeus die hij tegen den goidshuyse/
van elff duysent meeghden opte halfstrate gecregen heeft/
en(de) plaghen toe te behoiren joffr(ouwen) lijsbetten wilen spapen gelegen/
opte vo(r)e tusschen de goede h(er) symoens wilen pynnoc ridders en(de)/
svoirs(creven) h(er) bertelmeeus die hij tegen joesen absoloens gecregen/
heeft ende hier inne es gegoedt [den voirs(creven) h(er) bertelmeeuse
daer uut gedaen en(de) te male afgewijst zo waert daer inne gegoedt
en(de) gheerft ten erfliken rechte] h(er) wouter sweers p(ro)curateur/
sgoidshuys van bethleem inden name en(de) tot behoeff desselfs goidsh(uys)/
bij orlove en(de) manissen she(re)n vanden gronde en(de) vo(n)nisse der scepen(en)/
opte vueghe ende condicien hier na bescreven Te weten dat/
de voirs(creven) h(er) bertelmeeus en(de) tgoidshuys de voirs(creven) porte ende/
de goede daer tvoirs(creven) water doir loept uuter voeren [ende voerts] beide grote/
goten grond goten vanden voirs(creven) savoire en(de) oic den wat(er)loop/
vander voirs(creven) poirten nederwairts also verre als strect svoirs(creven)/
h(er) bertelmeeus huys dat svoirs(creven) joes absoloens was en(de) de vors(creven)/
gestijpten en(de) oic donderslaghe dair mede tvoirs(creven) savoir in/
vier quartie(re)n ond(er)slagen es tsamen met des and(er)s tot den/
selven savoire behoeft zelen houden te geliken coste tot eeuwige(n)
//
daghen It(em) selen de voirs(creven) h(er) bertelmeeus en(de) tgoidshuys tvoirs(creven)/ savoir gebruycken in des(er) vueghen te weten de voirs(creven) h(er) bertelmeeus/ dit naiste jair ingaende te paeschen naistcomen(de) en(de) uutgaen(de)/ te paeschen d(aer)na volgende de helicht [d(aer)af] gelegen naist den goeden/ die waren svoirs(creven) joes en(de) tvoirs(creven) goidshuys dander helicht/ en(de) ten naisten jaire dairna sal tvoirs(creven) goidshuys hebben de/ helicht gelegen naest den goeden die waren svoirs(creven) joes en(de)/ de voirs(creven) h(er) b(er)telmeeus dander helicht en(de) also zelen zij altijt/ wisselen also dat elck hebben sal deen jair deen helicht en(de)/ ten ande(re)n jaire dander helicht en(de) de jairen selen alt(ijt) uut/ en(de) ingaen te paeschen It(em) selen zij tvoirs(creven) savoir met den/ waterloepen te geliken coste ruymen en(de) schoen maken als des/ behoeft en(de) voirts sal tvoirs(creven) goidsh(uys) hebben zijn bewynd/ buyten den voirs(creven) gestijpte om de voirs(creven) savoiren te gebruycke(n)/ en(de) te repare(re)n als des behoeft abs(oloens) vync ap(ri)lis xi
//
daghen It(em) selen de voirs(creven) h(er) bertelmeeus en(de) tgoidshuys tvoirs(creven)/ savoir gebruycken in des(er) vueghen te weten de voirs(creven) h(er) bertelmeeus/ dit naiste jair ingaende te paeschen naistcomen(de) en(de) uutgaen(de)/ te paeschen d(aer)na volgende de helicht [d(aer)af] gelegen naist den goeden/ die waren svoirs(creven) joes en(de) tvoirs(creven) goidshuys dander helicht/ en(de) ten naisten jaire dairna sal tvoirs(creven) goidshuys hebben de/ helicht gelegen naest den goeden die waren svoirs(creven) joes en(de)/ de voirs(creven) h(er) b(er)telmeeus dander helicht en(de) also zelen zij altijt/ wisselen also dat elck hebben sal deen jair deen helicht en(de)/ ten ande(re)n jaire dander helicht en(de) de jairen selen alt(ijt) uut/ en(de) ingaen te paeschen It(em) selen zij tvoirs(creven) savoir met den/ waterloepen te geliken coste ruymen en(de) schoen maken als des/ behoeft en(de) voirts sal tvoirs(creven) goidsh(uys) hebben zijn bewynd/ buyten den voirs(creven) gestijpte om de voirs(creven) savoiren te gebruycke(n)/ en(de) te repare(re)n als des behoeft abs(oloens) vync ap(ri)lis xi
Nagekeken door: Jef Willemsens
Moderator: Jef Willemsens
Laatste update:: 2016-04-26 door Xavier Delacourt