SAL7759, Akte: V°47.1 (125 van 753)
Akte V°47.1
Act
Datum: 1469-08-18
Transcriptie
2022-09-05 door Karel EmbrechtsJan lobbe/[It(em)] na dat op heden willem lobbe geeyscht heeft voe(r) den raide vand(er) stad/
janne lobbe zijnen brueder de helicht van thien mudden rogs lov(ensch) hen/
beiden anderwile geloeft voer scepen(en) van loeven bij gielisen danens/
meynende dat de voirs(creven) jan hem dairaf sculdich was betalinge te doen/
want tvoirs(creven) coren hen beiden te gelike geloeft was en(de) de selve jan/
dat geheel gehaven hadde en(de) oic mids eenre t(er)minacien int jaer voer/
leden geschiet tusschen hen beiden vanden selven coirne en(de) meer ande(r)/
geschillen die tusschen hen alsdoen uutstonden welcke terminacie/
gescreven staende onder gerardo van baussele voe(r) den raide voirs(creven)/
gelesen wairt In welcken eysche de voirs(creven) jan hoopte ongehouden te/
wesen na der voirs(creven) t(er)minacien alsmen dit deughdelic verstonde/
De voirs(creven) willem en thoende dat de voirs(creven) jan de voirs(creven) x mudde/
gehaven hadde na den appoentemente geschiet voer scepen(en) va(n) loeven syd(er)t/na der voirs(creven) geluften tusschen den voirs(creven) janne ter eenre zijden ende/
den voirs(creven) wille(m)me met zijnen ande(re)n bruede(re)n ter ande(re) begripende/
onder den ande(re)n dat elck p(ar)tie van hen lieden behouden soude des hij/
gehaven hadde te dier tijt vanden goeden gebleven van heuren vord(ere)n/
Ende oft de voirs(creven) willem niet en wilde thoenen dat jan de voirs(creven) thien/
mudde gehaven hadde na den voirs(creven) appoentemente zo p(rese)nteerde hij/
zijnen eed gelijc hij na der voirs(creven) t(er)minacien behoefde te doen dat/
hij die voe(r) den selven appoentemente gehaven hadde So es den/
voirs(creven) wille(m)me geseeght ende vander stad uutgesproken dat hij/
soude moeten thoenen tvoirs(creven) ontfangh geschiet te wesen na den/
voirs(creven) appointemente oft jan soude zijnen eed doen dat geschiet/
wae(r) voe(r) den selven appoentemente en(de) also ongehouden bliven vanden/
voirs(creven) eysche Na den welcken de voirs(creven) willem zijns thoenisse va(n) dien/
af ghingh en(de) gaeft den voirs(creven) janne tsijnre eed ende na dat de voirs(creven)/
jan dien navolgende hand opte heilighen geleeght hadde en(de) geswo(r)en/
de wairheit te seggen van desmen hem d(aer)af manen soude so verdroegh/
de voirs(creven) willem den selven janne van yet voirder dair op gemaend/
te werden act(um) cor(am) g(odefrido) roelofs sub(stitu)[to] (et) hoeven burg(imagistro) et aliis in pleno/(con)silio aug(usti) xviii
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2016-04-05 door Xavier Delacourt