It(em) alse vanden voirs(creven) gelde es bevorw(er)t dat de sculde(re)n dairaf ongelast sele(n)/ bliven tot dat de voirs(creven) jan de zone gedaeght sal wesen en(de) gekoren sal/ hebben te houden de zoene gededingt vanden voirs(creven) dootslaghe ende/ hem die gekoren hebbende zal de voirs(creven) jan de vader heffen vanden vors(creven)/ gelde dertich ryders om dair mede af te leggen drie ryd(er)s lijftochte(n)/ die hij sculdich es met scepen(en) brieven van loeven te weten den eenen/ te xxvi stuv(er)s gerekent wille(m)me de vos en(de) de twee ande(re) te xxv/ stuv(er)s tstuck gheerde de weve(re) ende tsurplus vanden voirs(creven) gelde sal/ volgen den voirs(creven) zone Ende tot dien selen de voirs(creven) sculde(re)n oplegge(n)/ en(de) hebben geloeft op te leggen also vele alst de voirs(creven) pe(n)ninghe jairlicx/ gerend souden hebben den pe(n)ningh thiene ten daghe vanden voirs(creven) keuse/ vanden thienden daghe septembr(is) lestleden tot op den tijt dat de vors(creven)/ zoene gekoren werd en(de) dairaf sal de voirs(creven) vader trecken de renten/ vanden voirs(creven) dertich ryders ende de voirs(creven) zijn sone de rente vande(n)/ ande(re)n pe(n)ninghen ende oft de voirs(creven) zone de vede kiest zo selen/ de voirs(creven) sculde(re)n vanden voirs(creven) lxx peters en(de) vand(en) voirs(creven) renten/ d(air)af te gheven quijt en(de) ongehouden zijn eisd(em)