SAL7761, Akte: V°225.5-V°226.1 (594 van 650)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°225.5-V°226.1  
Act
Datum: 1473-08-04

Transcriptie

2021-01-21 door Walter De Smet
Wij lyemi(n)gen blancart scepen(en) te loeven doen cond allen/
lieden dat op den dach van heden datu(m) va(n) desen voir ons/
come(n) zijn in p(ro)pren p(er)sone vrouwe ysabelle van herbaix/
wettige gesellinne jans van ranst in deen zijde henrick/
ende jan van kets gebruede(re)n hue(r) kijnde(re) die zij heeft va(n)/
henricke wilen van kets huere(n) voirman in dande(re) Ald(air)/
de voirs(creven) voirs(creven) vr(ouwe) ysabelle kijnde openbaerlijc den voirs(creven)/
gebruede(re)n huere(n) kijndere(n) ov(er)gegeve(n) te hebben alle alsulke(n)/
recht actie ende aensprake als zij hadde oft enichssins/
hebben mochte in xii m(ud)[d(en)] rocx en(de) iiii m(ud)[d(en)] even(en) erfspachts
//
op norderwijc na uutwisen eens testaments symoens/
wilen van kets wettichs brueders der voirs(creven) gebruede(re)n/
gemaect en(de) getekent bij hande(n) he(re)n jans casteels p(ri)est(er)s/
openbare(n) notar(is) vander date(n) xiiii[c] lxxiii opte(n) xxvii/
dach d(er) maent va(n) meye Bekennen(de) hue(r) dair inne/
noch in tvoirs(creven) testament also v(er)re alst desen aengaet/
dwelc zij den voirs(creven) gebruede(re)n overgaf niet meer/
rechts te behouden met sulker condicie(n) dat de voirs(creven)/
gebruede(re)n der selver huerre moeder tusscen dit en(de)/
van sint jansdach baptisten naistcomen(de) over twee jae(r)/
selen moeten uutreycken en(de) betalen ii[c] r(ijns)gulden(en)/
te xx stuv(er)s tstuc elke(n) pe(n)ni(n)c d(air)af om dair mede/
afgequete(n) te werden die thien r(ijns)g(ulden) te xx stuv(er)s/
tstuc elke(n) pe(n)ni(n)g dair af met xviii gelike(n) pe(n)ni(n)ge(n)/
als opde(n) dach van hede(n) den groten heilige(n) gheest/
van loeven(e) op zeke(re) goede der voirs(creven) vr(ouwe) ysabele(n)/
tot v(er)trike en(de) tot gollaert voir scepen(en) va(n) loeven(e)/
bekint zijn vercocht te wesen Sceldende d(air)om de/
voirs(creven) vr(ouwe) ysabele volcomelijc quite des voirs(creven) wile(n)/
symoens goede en(de) alsulker duarie(n) als hue(r) bij der/
aflivicheyt des selfs symoens aengestorve(n) moge(n)/
zijn behoudelijc dat de voirs(creven) xii mudde(n) rocx en(de)/
iiii m(ud)[d(en)] even(en) erflijc mette(n) surplus vand(en) hoeven/
tot morchoven selen stille staen tot den toecomen(de)/
tijt van sint jansdach baptisten ov(er) ii jaer om d(air)/
mede betaelt te werde(n) de schult vande(n) voirscr(even)/
symoen en(de) d(aer)entynden mette(n) selve(n) surplus bove(n)/
de rep(ar)acie vand(en) hoeve(n) en(de) mette(n) xvi r(ijns)g(ulden) nu stille/
staende om jans smets rente(n) afgeleechtt te w(er)de(n)/
sele(n) stille staen sond(er) toesegge(n) va(n) m(ijn) vr(ouwe) voirs(creven)/
tot d(er)re tijt dat sesse guld(en) rijd(er)s lijfpe(n)sie(n) staen(de)/
opde voirs(creven) hoeve va(n) morchove(n) ten live wille(m)s/
inde catte en(de) zij(n)re maechelinge(n) afgequeten sele(n)/
wesen en(de) d(aer)entynde sele(n) de voirg(eruerde) xvi r(ijns)guld(en)/
alleene come(n) tot d(en) voirg(enoemde) vr(ouwe) ysabele(n) hueren/
leefdach lang het en ware dat e(n)nige vand(en) voirs(creven)/
gebrued(eren) storve sond(er) wettige geboirte acht(er) te late(n)
//
dat dan de helicht vande(n) surplus vand(en) hoeve(n)/
als voir sal weder come(n) metten voirs(creven) xvi r(ijns)gul(den)/
tot d(er) voirs(creven) vr(ouwe) ysabelen Ende oft geboirde dat/
de voirs(creven) henric en(de) jan de voirs(creven) ii[c] r(ijns)g(ulden) niet en/
betaelden ind(er) maniere(n) voirs(creven) dat alsdan de selve/
van hen die de pe(n)ninge alleene moeste betalen/
sal alleen hebben en(de) behoude(n) sond(er) wed(er)seggen/
des anders de voirg(eruerde) xii m(ud)[d(en)] rocx en(de) iiii m(ud)[d(en)] even(en)/
sonder die te moege(n) v(er)cope(n) v(er)andere(n) oft te v(er)tiere(n)/
het en ware bij wete(n) wille en(de) (con)sente des anders/
brueders Ende allet des voirscr(even) steet hebben ge/
looft de voirs(creven) vr(ouwe) ysabelle en(de) hue(r) kynde(re) renu(n)c(ierende)/
in dese(n) alle p(ri)vil(eg)ien soe v(er)re zij e(n)nige hebben/
en(de) elc van hen bezund(er) malcande(re)n vast en(de) ge/
stentich te houde(n) en(de) te voldoene talle(n) tijde(n) en(de)/
t(er)mijne(n) als die valle(n) en(de) v(er)schijne(n) selen q(uo)l(ibet) ass(ecutum) aug(usti)/
quarta
Nagekeken doorJan Boncquet
ModeratorJan Boncquet
Laatste update:: 2016-05-10 door Xavier Delacourt