It(em) jan van leeuwe woenen(de) te wijchmale heeft gemaict geordineert en(de)/ gestelt zijne voergang(er)s en(de) p(ro)cureurs janne m(er)cels janne goedertoys/ en(de) janne van holair briede(r) in allen zijnen saken die hij nu te doen/ heeft of namails hebben sal in aenlegg(er)s oft verweerd(er)s stad/ hoedanich die zijn Gevende de voirs(creven) jan [van leeuwe] den voirs(creven) zijne(n) p(ro)cur(eur)s/ en(de) elken bizunder thoenre des(er) volcomen macht en(de) zunderlinghe/ beveel alle de selve saken te bedinghen te verwaren te bescudden/ en(de) te vervolgen met rechte tot den eynde desselfs [die te wynnen en te v(er)liesen] voer allen/ gerichten gheestelic en(de) weerlic daer des van noede sal moegen/ wesen en(de) allen pointen vormen en(de) articulen van rechte d(air)inne te/ houden en(de) te vorde(re)n die he(n) orberlic duncken selen en(de) na recht/ oft costume vand(er) plaetsen daer dat geboert behoiren moeghen/ En(de) voirts alle tghene (et)c(etera) Geloven(de) vast (et)c(etera) Cor(am) vync heykens/ no(vembris) xviii