It(em) kerstoffels cardinaels soen pauwels cardinaels p(ri)us ema(ncipa)[t(us)] heeft gelooft/ mychiele cluwens te doen een bedevairt te meylanen en(de) d(air)w(er)t te porren/ bynnen xl daghen naistcomen(de) en(de) goede wairh(eit) dairaf te bringhen na/ der stad rechte van loeven alse voe(r) zeke(re) quetsue(re)n die hij den voirs(creven)/ mychiele and(er)wile gegeven heeft Heeft voirts gelooft den cyrurgijn/ vand(en) voirs(creven) quetsue(re)n en(de) oic vand(en) quetsue(re)n die hij kerstoffels selve/ ontfaen heeft vanden voirs(creven) mychiele te cuelen en(de) af te doen Ende/ voe(r) tvoldoen vanden voirs(creven) cyrurgijne es borghe de voirs(creven) pauwels zij(n)/ vader et p(ri)mus Voerts hebben de voirs(creven) p(ar)tien mids voldoene van des/ voirs(creven) es malcande(re)n quijtgeschouden van allen saken en(de) actien die zij/ deen den ande(re)n eysschen(de) zijn moegen tot desen daghe toe roel(ants) heyk(ens)/ ja(nuarii) xii

(christ)ofer(us) i(½) st(uver) alt(er) n(ihi)l mychiel heeft gekend dat hem de voirs(creven)(christ)offels vand(er) bedev(ar)t voldaen heeft Scelden(de) hem d(air)af volcomel(ic) quijt Cor(am) ouder(ogghe) burg(imagistro) febr(uarii) ix a(nn)[o] lxxii