Item tvo(n)nisse vanden gedinghe dat geweest es inde banc voe(r)/ meye(r) en(de) scepen(en) van loeven tusschen janne van dyeven aenlegge(r)/ t(er) eenre en(de) arnde coursay verweerde(r) ter ande(r) zijden alse/ van eenen rijnsch gulden(en) hem gevallen van tsijze van s(in)te/ mertensmisse int jair van lxxiii aen en(de) op een eeussel/ gelegen te rotselair toebehoiren(de) mathize lodewijcx dien de/ vors(creven) coursay hem gelooft hadde te betalen gelijc hij boot te/ bewisen dwelck hem de vors(creven) coursay ontkynde Was gewijst/ bijden h(ere)n scepen(en) van loeven t(er) manissen tsmeyers na ae(n)sp(ra)ke/ verantw(er)den en(de) thoenisse dat de vors(creven) arnd coursay gehoude(n)/ sal zijn den vors(creven) janne van dyeven op te leggen en(de) te/ betalen den voirs(creven) rijnsch gulden(en) Cor(am) roelants roelofs/ berghe langr(ode) vos heyk(ens) maii xix