SAL7762, Akte: R°131.4-V°131.1 (243 van 661)
Akte R°131.4-V°131.1
Act
Datum: 1474-11-24
Transcriptie
2019-05-08 door Walter De SmetItem de voirs(creven) wouter in p(rese)ncia heeft uutgegeven den voirs(creven) janne/
zijnen sone p(ri)us eman(cipa)[tu(m)] dwynhof desselfs wout(er)s met den/
huysen hoven wynnen(de) landen beemden boeg(ar)den en(de) eeusselen
//
dair toe behoirende gelegen in prochie van bierbeke en(de) van cortbeke/ overloe gelijc de selve goede den voirs(creven) wout(ere)n ald(air) toebehoiren(de)/ zijn Te houden te hebben en(de) te gebruycken van opden dach/ van heden sess jair langh due(re)nde deen na dander zonder/ middel volgende Elcx jairs dae(re)nbynnen te weten de wy(n)nen(de)/ lande voe(r) ende om de helicht van allen den vruchten d(air)op jairlicx/ wassende die de voirs(creven) jan jairlicx toeghste zo wanneer die/ tijdveerdich en(de) rijp zijn sullen afdoen sall en(de) inde band leve(re)n/ en(de) inde schue(r) ald(air) vue(re)n en(de) de vors(creven) wout(er) en(de) zijn sone zele(n)/ die deylen half en(de) half En(de) es vorwerde dat de vors(creven) jan/ de voirs(creven) lande jairlicx den voirs(creven) termijn due(re)nde ten behoirlike(n)/ tijde wel en(de) loflic wynnen werven en(de) mesten sal gelijc reengenote(n)/ boven en(de) beneden ende dat de voirs(creven) wouter ende zijn huysvrouwe/ met den ande(re)n heuren kynde(re)n de huysinghe vanden voirs(creven) goeden/ selen moegen bewoenen en(de) heur uutgaen en(de) ingaen hebben gelijc/ den voirs(creven) janne zond(er) wederseggen desselfs jans met vorw(er)d(en)/ dat de voirs(creven) wouter op dat hem gelieft bynnen den iersten/ drie jairen sal moeghen scheiden bij also dat hijt den voirs(creven) zine(n)/ sone een half jair te voe(re)n kundicht en(de) opseeght ende de vors(creven)/ beemden boegairden en(de) eeusselen elcx jairs voer en(de) om vie(re)ntwi(n)tich/ hollan(sche) gulden(en) te xvi stuvers tstuck ts(in)te m(er)tensmisse inden wynter/ te betalen den voirs(creven) wout(ere)n den voirs(creven) termijn due(re)nde quo(li)[b(et)] ass(ecutu)[m]/ Met condicien dat de voirs(creven) jan alle den pacht co(m)mer tsijs en(de)/ last uuten goeden gaende jairlicx ten behoirliken tijde gelden/ en(de) betalen sal in afslaghe vanden voirs(creven) weygelde Cor(am) eisd(em)
//
dair toe behoirende gelegen in prochie van bierbeke en(de) van cortbeke/ overloe gelijc de selve goede den voirs(creven) wout(ere)n ald(air) toebehoiren(de)/ zijn Te houden te hebben en(de) te gebruycken van opden dach/ van heden sess jair langh due(re)nde deen na dander zonder/ middel volgende Elcx jairs dae(re)nbynnen te weten de wy(n)nen(de)/ lande voe(r) ende om de helicht van allen den vruchten d(air)op jairlicx/ wassende die de voirs(creven) jan jairlicx toeghste zo wanneer die/ tijdveerdich en(de) rijp zijn sullen afdoen sall en(de) inde band leve(re)n/ en(de) inde schue(r) ald(air) vue(re)n en(de) de vors(creven) wout(er) en(de) zijn sone zele(n)/ die deylen half en(de) half En(de) es vorwerde dat de vors(creven) jan/ de voirs(creven) lande jairlicx den voirs(creven) termijn due(re)nde ten behoirlike(n)/ tijde wel en(de) loflic wynnen werven en(de) mesten sal gelijc reengenote(n)/ boven en(de) beneden ende dat de voirs(creven) wouter ende zijn huysvrouwe/ met den ande(re)n heuren kynde(re)n de huysinghe vanden voirs(creven) goeden/ selen moegen bewoenen en(de) heur uutgaen en(de) ingaen hebben gelijc/ den voirs(creven) janne zond(er) wederseggen desselfs jans met vorw(er)d(en)/ dat de voirs(creven) wouter op dat hem gelieft bynnen den iersten/ drie jairen sal moeghen scheiden bij also dat hijt den voirs(creven) zine(n)/ sone een half jair te voe(re)n kundicht en(de) opseeght ende de vors(creven)/ beemden boegairden en(de) eeusselen elcx jairs voer en(de) om vie(re)ntwi(n)tich/ hollan(sche) gulden(en) te xvi stuvers tstuck ts(in)te m(er)tensmisse inden wynter/ te betalen den voirs(creven) wout(ere)n den voirs(creven) termijn due(re)nde quo(li)[b(et)] ass(ecutu)[m]/ Met condicien dat de voirs(creven) jan alle den pacht co(m)mer tsijs en(de)/ last uuten goeden gaende jairlicx ten behoirliken tijde gelden/ en(de) betalen sal in afslaghe vanden voirs(creven) weygelde Cor(am) eisd(em)
Nagekeken door: Jan Boncquet
Moderator: Jan Boncquet
Laatste update:: 2016-05-24 door Jos Jonckheer